Ik ben zeker geen neerlandica en ook geen mierenneuker, maar aan termen als ‘zo niet mijn ding’, ‘ik ben heel erg zo iemand’, ‘social butterfly’ of ‘een mensenmens’ en ‘sociaal dier’ erger ik me vaak rot. Jij ook?
Populaire term
Wat willen mensen daarmee – los van de inhoud – nu eigenlijk zeggen? Het idee ontstaat dat ze het zelf ook niet goed weten en daarmee een lekker in de mond liggende populaire term gebruiken. Een beschrijving waar ze zelf veel positieve waardering voor hebben met waarschijnlijk de hoop dat anderen begripvol en instemmend knikken als goedkeuring. Maar bij dat ‘dingetje’ of ‘zo iemand’ kan ik me vaak geen beeld vormen. De mooie associatie bij de ‘butterfly’ is ook lastig. Het toppunt is dan wel het hele grote vraagteken wat ik zie als mensen met trots verklaren dat zij een ‘sociaal dier’ zijn.
Sociaal dier
Laatst sprak ik een man die zich beslist profileerde als een sociaal dier en daar met trots over vertelde. Hij had volgens zeggen een groot netwerk, was een man van de wereld, had veel succes en aanzien, was ondernemer, had een groot artistiek hart en stond dus in verbinding met heel veel ‘mensen’.
De kop koffie die me was aangeboden smaakte best aardig, de stoel zat prima, maar er hing een bijzondere sfeer. Zoals gewoonlijk vertelde ik het verhaal van De Grootste Gehaakte Deken van de Wereld. Het doel van dit burgerinitiatief is het verbinden van mensen. Precies iets voor hem met zijn netwerk en successen. Hij zou daar op artistieke wijze vast een succesvolle verbinding van maken. Dat dacht ik tenminste.
Sociaal doen of zijn
Het gesprek pakte heel anders uit. Niet alleen ontweek hij directe vragen door uit te wijden over steden in Europa (of daarbuiten), braakliggende terreinen, de beste hamburgertent in de stad of de paarden in de wei, hij was daarin sarcastisch over de mensen. Het duurde even voor ik er erg in had dat hij zand strooide. Hij hield helemaal niet van mensen. Mensen zijn lastig, bangeschijters, naïef, slaafs en misschien wel een tikkeltje dom. Nee, dan hij zelf. Daar zouden meer mensen een voorbeeld aan kunnen nemen.
Na een uur informatie uitwisselen en het aftasten van zijn standpunt inclusief een discussie over facts en non-facts (of zoals Trump het zou noemen: fake news) was de beste man van zijn voetstuk gevallen en lag zijn status aan gruzelementen. Er bleef weinig over dan een bril, een staartje en een jasje.
Een gebroken imago
Het gesprek was eigenlijk meer een kussengevecht geworden. Zo’n speels gevecht waar altijd één iemand met een tand door zijn lip blijft zitten ondanks het feit dat het niet zo serieus en kwaad bedoeld was. Zo ‘n dikke lip blijft je nog dagenlang achtervolgen. Eigenlijk wil je het niet steeds uitleggen als anderen er naar vragen. ‘Weet je, het was gewoon iets leuks, iets ongedwongens, een spel tussen mensen.’ Maar die lip vertelt eigenlijk over een strijd, het opzoeken van de randjes van het spel en het elkaar niet bereiken. Dat het in dit gesprek juist over het verbinden van mensen ging, was totaal niet belangrijk geweest. Het zand in de ogen strooien had de tegenstander weliswaar verblind, maar niet kunnen voorkomen dat de schade onherstelbaar was: een gebroken imago.
Buiten gekomen dacht ik: ‘Wat hebben we hiervan geleerd, spelende vrouw?’ Ik gniffelde en stapte op mijn motor. Onder het ronkend geluid zei ik spottend tegen mezelf: ‘Een sociaal dier, ammehoela!’
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
3 Comments
Dat is met veel zaken zo. Als we allemaal iets meer zouden openstaan voor de ander en niet (te) snel zouden oordelen dan zou de wereld er mooier uitzien 🙂
Heel herkenbaar, Esmeralda. Ik heb (ook) liever te maken met mensen die écht luisteren en oprecht in de ander geïnteresseerd zijn 🙂
Mooi! Luisteren en horen zijn inderdaad twee dingen. Tijdens contacten vanuit het burgerinitiatief merken we dat mensen -afhankelijk van de groep waar ze bij horen- meteen vanuit hun allergie reageren. Vóór dat we kunnen vragen hoe ze over (het doel van) De Grootste Gehaakte Deken van de Wereld denken, schreeuwen ze het uit dat ze NIET kunnen HAKEN!. Dat is onze vraag ook niet, want je kan op 3 manieren mee doen: fysiek, organiseren of netwerken. Als mensen zich open stellen om met ander
en te verbinden vinden ze altijd wel een manier om aan te haken. 🙂