Stel je mijn situatie eens voor: ik ben een man van halverwege de veertig, een kind van gescheiden ouders en ik ben opgevoed door een semi-feministische moeder. Ik heb tienerdochters en ik werk al ruim twintig jaar met vrouwen. Je zou denken, dat als er één man is die vrouwen begrijpt, dat ik dat dan ben. Toch snap ik nog steeds bitter weinig van vrouwen. Juist dit onbegrip zorgt ervoor dat ik regelmatig mijn wenkbrauwen frons en heel zachtjes in mijzelf zucht. Zachtjes, want hard zuchten is voor een man in vrouwenwereld een gevaarlijke bezigheid.
Ze is bijna mijn ideale collega
Een paar jaar geleden – en dit is echt gebeurd – kwam er een collega bij me en zij vertelde me, dat haar nietmachine kapot was. Ik moest dat maar regelen, want ik was toch haar leidinggevende?! Was zij een man geweest dan had ik gezegd, dat hij dat ding in de prullenbak moest gooien en zelf maar een vervanger moest regelen. ‘En oh ja, wil je me niet meer voor dit soort ongein storen?’ Je snapt, in mijn wereld werkt dit niet zo. Ik vroeg haar te gaan zitten en stelde haar de vraag waarom zij bij mij kwam met die kapotte nietmachine. Haar antwoord was, dat dit soort activiteiten niet in haar functieprofiel staan. Begrijp me nu niet verkeerd, dit is een collega die ik heel hoog heb zitten, die initiatiefrijk is, flexibel en humoristisch. Vanwege het nietmachine incident is ze bijna de ideale collega.
Vrouwen onthouden veel, heel veel
Waar wij mannen al snel iets zijn vergeten, kunnen vrouwen situaties van jaren geleden nog haarfijn oplepelen en die dragen ze de ander dan ook na. Laatst vertrouwde een collega mij toe dat Monique tien jaar geleden ook zo’n stunt had uitgehaald, toen ze Tanja passeerde door te slijmen bij het toenmalige hoofd en zo de planning mocht maken. Ik moest erom glimlachen, wat ik direct weer moest verantwoorden aan de dame in kwestie. ‘Lach je me nu uit? Je kunt wel zeggen dat dit een tijd geleden is gebeurd, maar zo is zij nou eenmaal…’
Als ik collega’s buiten mijn werkplek spreek en ik vertel ze dat ik leiding geef aan ongeveer 25 vrouwen, dan is hun reactie – zonder uitzondering – altijd dezelfde: ‘Hoe hou je het vol in dat kippenhok?’ Dit zal je zelden of nooit horen als je leiding geeft aan 25 mannen.
Ik ben trots op ‘mijn vrouwen’
Dit klinkt misschien negatief en zo is dit zeker niet bedoeld. Ik hou namelijk enorm van mijn werk, want ik geef leiding aan hele fijne collega’s. Vrouwen die als ik me rot voel, bijspringen zonder dat ik het ze heb gevraagd. Vrouwen die kritisch zijn, die humor hebben, die simpelweg hard werken en goed werk afleveren. Kortom, vrouwen om trots op te zijn.
Toch… Er blijft één ding waar ik nooit aan ga wennen. Als vrouwen een probleem hebben, dan mag ik het probleem niet oplossen. Nee, in plaats daarvan moet ik luisteren (mijn vingers jeuken ondertussen), empathisch zijn (ik knik wel, maar eigenlijk heb ik de oplossing al helemaal uitgedacht) en als laatste mag ik vragen of ik iets voor ze kan doen. Op dit punt kan ik het wel uitschreeuwen. Maar ja, ik werk met ruim 25 vrouwen en dus pas ik me aan. Op de meeste dagen gaat dat best aardig.
Edwin Muis
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply