Van sommige dingen kun je je anno 2017 niet meer voorstellen dat ze nog bestaan: overschrijfkaarten, cassettebandjes of een huwelijksuitzet. Passé allemaal – denk je. Toch is dat niet zo: voor bankzaken kun je nog altijd overschrijfkaarten gebruiken, cassettebandjes zijn ‘het nieuwe vinyl’ en ook de uitzet bestaat nog. De website Girlscene spoort lezeressen aan op tijd te beginnen om die op orde te maken. Je bent dan, zo wordt er daar gezegd, beter voorbereid wanneer je op jezelf gaat wonen, samen gaat wonen of trouwen.
Uitzet
Van oorsprong was dat overigens niet de functie van een uitzet. Traditioneel was de uitzet de manier waarop men in de familie aangaf, dat een dochter die trouwde geen recht meer had op de nalatenschap; die werd haar nu al meegegeven in de vorm van huisraad en linnengoed. Met een uitzet werd je vroeger letterlijk het huis uitgezet: tot het moment waarop je trouwde werd je onderhouden door je ouders, daarna niet meer.
Hoe anders is de situatie nu. ‘Bijna een derde van de jongvolwassenen tot 35 jaar krijgt substantiële financiële steun van de ouders. Een kwart van alle ouders van jongvolwassen kinderen schenkt meer dan vijfhonderd euro per jaar. In de Verenigde Staten verschaft zelfs zestig procent van de ouders financiële steun aan hun niet studerende jongvolwassen kinderen.’ Deze cijfers komen uit het boek van Herman Vuijsje en Anneke Groen, Eindeloos ouderschap.
Geld
Ouders uit de babyboomgeneratie zijn gul met het geven van geld aan hun kinderen, heel gul. Zelf hebben ze over het algemeen aardig geboerd. Ze konden studeren met een beurs, een huis kopen met een gunstige hypotheek en hebben altijd een vaste baan gehad en dus een stabiel inkomen. Hun kinderen kennen deze voorspoed niet. Als ze gaan studeren, bouwen ze een forse studieschuld op. Werken doen ze lange tijd op basis van flexcontracten en daarmee kunnen ze geen hypotheek krijgen voor de aanschaf van een eigen huis. Gelukkig zijn daar dan de ouders die hun spaargeld of de overwaarde op hun huis inzetten om de nood te lenigen.
Contact
En het is niet alleen geld dat ouders ruimschoots beschikbaar stellen: ze zijn er met raad en daad. Babyboomers hebben zelf over het algemeen niet echt een heel persoonlijke band met hun ouders opgebouwd. In hun jeugd was de generatiekloof nog groot, ouders en kinderen leefden in andere werelden; het contact tussen hen was grotendeels functioneel. Ook dat is nu anders. Ouders en kinderen die het huis al uit zijn onderhouden vaak nauw contact, bijvoorbeeld via de familie-app. Jongvolwassenen gaan nog volop met hun ouders mee op vakantie en ze bespreken belangrijke beslissingen over studie, werk en relaties met hun ouders.
Oppas
Het nadrukkelijkst komen de ouders in het vizier als er kleinkinderen komen: babyboomers zorgen massaal voor hun kleinkinderen. ‘Zestig procent van de gezinnen met kinderen tot zestien jaar maakt ‘structureel’ gebruik van de grootouders als oppas, gemiddeld zes à zeven uur per week.’ De meesten van deze grootouders doen dit graag, omdat ze volop genieten van het kleine spul. Maar er zijn er ook genoeg die het eigenlijk te veel vinden om regelmatig en voor een langere tijd te komen opdraven. Dan blijkt dat het niet eenvoudig is om dit kenbaar te maken. Kinderen, zorg, aandacht – het ligt allemaal heel gevoelig.
Bezorgde ouders en hun eindeloos ouderschap
Het beeld dat Vuijsje en Groen schetsen, is dat van jongbejaarden als ‘onze ouders van de altijddurende bijstand’. Ze hebben de afstandelijke omgangsvormen uit hun jeugd vaarwel gezegd, volop geprofiteerd van de groeiende welvaart en voelen zich sterk betrokken bij het welzijn van hun kinderen. Daarom blijven ze langdurig en intensief voor hen zorgen; de schrijvers noemen hen ook wel, naar een boek van Reve, ‘Bezorgde ouders’.
Of dit nu een goede ontwikkeling is, wordt ernstig betwijfeld door Bas Levering, pedagoog en zelf babyboomer. Voor hem is de kern van opvoeden: je kind zelfstandig maken. ‘Als je je begaanheid tot hoofdpunt maakt, werkt dat precies de verkeerde kant op. Het is hard, maar bezorgdheid en ongerustheid is het lot van de opvoeder. Je zult ze dingen moeten onthouden. Daar moet je pijn voor lijden, maar je komt er niet onderuit.’ Kinderen moeten op een zeker moment zelf bepaalde zaken uitzoeken en regelen, daar moeten ze hun ouders niet mee (blijven) belasten, vindt Levering. ‘Dus als ouders geen bijdrage meer willen leveren, hebben ze daar niet alleen het volste recht toe, maar bewijzen ze hun jongvolwassen kinderen eigenlijk een dienst’, zegt hij.
Eindeloos ouderschap is een aanrader voor elke ouder met kinderen tussen de 20 en 40 jaar. Het is scherp en vlot geschreven en geeft behoorlijk wat stof tot nadenken. Nadenken wat misschien het best hardop gedaan kan worden, samen met de kinderen…
Paula Borsboom
Herman Vuijsje, Anneke Groen, Eindeloos ouderschap; Zorgen voor je kinderen houdt nooit meer op. Amsterdam, Amsterdam University Press, 2017.
Wil je meer recensies lezen van Paula Borsboom?
- Recensie: De heks van Fjällbacka – Camilla Läckberg
- Vechten tegen windmolens in ‘Ons soort mensen’ van Juli Zeh
- Onaanraakbare krachtpatser in ‘Ik kom terug’ – Adriaan van Dis
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply