Joyce* is helemaal enthousiast. Ze is faculteitshoofd geworden bij een hogeschool. Ze heeft er hard voor gewerkt en is blij met de waardering die uit haar benoeming spreekt. Tegelijkertijd vindt ze het lastig om haar team achter te laten. Ze hebben zoveel jaren samen gewerkt, zoveel opgebouwd. De gedachte dat er nu een nieuwe leidinggevende op haar plek komt, vindt ze slecht te verteren.
We lopen samen de vleugel door waar ze zit. De onderwijslokalen zitten op de eerste twee verdiepingen. Op de derde verdieping zijn de docentenkamers en een vergaderzaal, waar Joyce en haar collega’s regelmatig vergaderden. De kamers zijn kleine hokken, de vergaderzaal is net groot genoeg voor tien mensen. Joyce nodigt me uit om er even binnen te lopen. Ze snuift genietend de geur op. ‘Ze gebruiken nog steeds de geurstokjes van Rituals die ik met Kerst heb neergezet,’ zegt ze tevreden. Ze streelt even met haar hand over de tafel en pakt een stoel vast. ‘Hier zat ik altijd.’ Het koffiezetapparaat is oud, maar er komt prima koffie uit volgens Joyce.
We gaan een verdieping hoger, waar het hoger management en de staf zitten. Ruime, lichte kamers, ingericht naar de smaak van de bewoner. Joyces kamer is nog niet helemaal klaar, zegt ze. Ze is er pas een maand, maar heeft nog niet goed kunnen kiezen wat ze er wilde neerzetten. Er staat wel een grote foto van haarzelf en haar team op het vorige dagje uit. En de grote plaat die ze kreeg met lieve foto’s en afscheidswoorden van de collega’s dat ze kreeg op het feest ter ere van het feit dat ze faculteitshoofd werd.
Ze heeft een groot, modern bureau met een luxe, witleren ergonomische stoel erachter. Niet een gewone houten stoel, zoals beneden in de docentenkamers.
‘Ik zit daar niet graag,’ zegt ze. ‘Op de een of andere manier zit ik niet lekker in die stoel. Hij is helemaal afgesteld op mijn postuur en zou perfect moeten zitten, maar dat is niet zo. Daarom zit ik veel liever beneden in de vergaderzaal van mijn oude afdeling.’
Als ik vraag waarom ze dan niet een stoel van daar naar boven meeneemt, schrikt ze. Daar heeft ze nog niet aan gedacht, maar… Uiteindelijk komt ze er achter dat het niet aan de stoel ligt, maar aan haar eigen idee dat ze nog niet klaar is om faculteitshoofd te zijn. Daarom zit ze liever op de oude stoelen bij haar collega’s, daar voelt ze zich vertrouwd en capabel. Ze neemt een ferm besluit: de komende zes weken gaat ze op haar eigen stoel in haar eigen bureau werken. En iedere week dat haar dat lukt, mag ze op vrijdag koffie gaan drinken bij haar oud-collega’s. Zo leert ze zichzelf bewust te wennen aan haar nieuwe positie.
* De naam in dit blog en de omstandigheden zijn gefingeerd.
Francine ten Hoedt en Philine Spruijt
www.coachingcarrousel.com/ stop@coachingcarrousel.com
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin
Leave A Reply