Dat ik het van je weet: dat je het durft toegeven. Dat je graag kijkt. Een stel bruine benen, ontblote schouders, ronde lijnen: het mag je bekoren. Dat dromende ogen boven een vrouwelijke taille jou van slag kunnen brengen. Dat het knopje open -bedoeld of per ongeluk- doet verlangen naar meer. Dat de zon veel mooier schijnt vanwege een speels zomerjurkje. En toch: dat je eigenlijk niet alles voorgeschoteld wilt krijgen, maar kiest voor net niet of misschien een tikkeltje wel. Een beetje mag, maar het moet niet teveel worden. En dat het leuk flirten is met die grens. Op de rand van het kant voorzichtig dromen van meer.
Dat ik het ook durf toegeven. Dat ik wel eens vragende ogen durf beantwoorden. Dat ik graag heb dat er gekeken wordt of toch bijna (niet). Geen gestaar maar een subtiele goedkeurende blik naar wat ik net niet toon. Niet zomaar loeren maar elkaar bijna betrappen op een oogopslag. Het is een zalig spel van geven en nemen, een wankel evenwicht van niet prijsgeven en uitlokken. Waarom haal ik anders die schoenen uit de kast? Waarom koop ik anders het kleedje dat mij flatteert? Waarom kleur ik die lippen roder dan dat ze zijn? Waarom hecht ik anders zoveel aandacht aan dat ene detail dat net dat kleine verschil kan maken?
We doen het niet bewust en het is veel ingewikkelder dan dat. Het heeft veel meer om het lijf dan dat lichaam-kijken. Het is een gevolg van een chemie die in de lucht hangt. Een ademloos spektakel dat je doet snakken naar zuurstof. Het veroorzaakt een zucht van (h)erkenning, een teder zweven van een twijfelachtige glimlach die voorzichtig toegelaten wordt. Het verwekt een golvende beweging in het bloed. Het doet wangen blozen en laat een kloppend gevoel na. Het is iets sluipends, iets stiekems, iets onverwacht en tegelijkertijd is het heel natuurlijk en vanzelfsprekend.
Het is een wisselwerking tussen ziel en buik. Vlinders die beginnen te fladderen onder de gordel en zinnen die zichzelf schrijven in het hoofd. Kijken en wegkijken en voelen dat er teruggekeken wordt. Het kan plots alle kanten op. En je hoeft niet te fluiten of mij na te roepen. Je hoeft niet in groep mij stoer te begluren. Je hoeft mij niet letterlijk aan te raken of toch voorlopig nog niet. Niets is mooier dan een ballet van ronddwalende ogen tussen twee mensen. Het is een verschil tussen bekeken en gezien worden. De verwondering van de blik die beklijft.
En als dan voorzichtig echt rakelings de eerste aai en zoen uitgewisseld wordt, de handen beginnen verdwalen, het hoofd in de wolken, de adem gejaagd, hard wordt afgewisseld met zacht dan begint het echte dansen. Dan stroomt het leven in mij open. Laat ik jou golven in mijn armen. Vergaat de wereld op een golvend schip. Wat verdrink ik graag op die manier.
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Meer lezen van Ann Dewulf?
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply