Mijn vader is jarenlang surrealistisch kunstenaar geweest. Nog een van de laatste ‘echte’, volgens de kenners. Nu heb ik zondag het boek van John Boyne besproken. Een aantal jaren geleden heb ik me ook eens gewaagd aan een surrealistisch verhaal. We blijven vandaag nog even bij dit thema met ‘De zon smelt’.
De zon smelt
Claudia kijkt door het sleutelgat naar buiten. De zon smelt. Daar wil ze meer van weten. Ze heeft dikke gouden druppels op haar raam gezien. Ze stapt naar buiten en voelt voorzichtig. ‘ Au, heet!’ Ze blaast en voelt opnieuw. De druppel is kleverig en blijft aan haar vinger hangen. Ze likt eraan. Het smaakt naar zoute drop.
Vloeibaar goud
De straat is bedekt met een laag vloeibaar goud. Het asfalt begint te smelten en er liggen grote zonneplassen. Ze loopt er met een wijde boog omheen. Toch voelt ze de zon branden door haar dunne schoenzolen. Nee, dit is niet goed, ze moet maar zo snel mogelijk weer naar binnen. Ze glijdt door het rooster van de airconditioner weer terug haar huis in. ‘ Aaahhh, dat is lekker, die verkoeling.’
Telefoon
De telefoon gaat op haar tenen staan. ‘Au, wat doe je nu?’ Telefoons van tegenwoordig. Sinds ze smart zijn geworden is er geen land meer mee te bezeilen. Vroeger rinkelden ze gewoon, maar nu trekken ze op alle mogelijke manieren aandacht. Ze pakt de hoorn en hoort Marco’s stem.
Marco
‘Hoe gaat ’t, liefje?’ ‘Och Marco, de zon smelt, wat moet ik nu?’ ‘Ik kom naar je toe, maak je geen zorgen.’ ‘Smeer je goed in, je verbrandt toch al zo gauw.’ Ze loopt zenuwachtig door het huis. De telefoon loopt haar achterna. ‘Rot op!’
Stomme telefoon
Verontwaardigd gaat hij in een hoekje staan. Alsof zij bij hem op z’n tenen is gaan staan. Stom ding. Kwam Marco nou maar. Wat moet ze nu? Wat moeten ze zonder zon? Misschien kruipen er zo wat wolken voor en is het afgelopen. De lucht is groen. Het blauw heeft zich vermengd met het goud.
Mooi onderweg
Marco glijdt binnen. ‘Hoe was het onderweg?’ ‘Warm, maar zo mooi, Claudia. Alles is goud.’ ‘Het zal toch wel een keer ophouden, wat moeten we als de zon helemaal opbrandt?’ ‘Jij bent altijd bezig met als, als, als. Dat zien we wel als het zover is.’ Marco had makkelijk praten. Ze wilde zich wel kunnen voorbereiden.
Maan
‘Gelukkig hebben we dan de maan nog.’ ‘Nee. Er is geen maan zonder zon. Die twee horen bij elkaar. Als de zon gesmolten is zal er ook geen maan zijn.’ ‘Maar…maar…dat betekent het einde!’ Marco kijkt haar lange tijd aan.
Het einde
‘Het betekent het einde van waar je altijd in hebt geloofd. Als je alles los kan laten, al je oude waarheden en gewoonten. Al je oude gedachten van wat kan en niet kan, pas dan is er een nieuw begin mogelijk.’ ‘Maar Marco, ik ben nog niet klaar. Ik moet dit levenswerk nog afmaken. Hoe kan ik mijn leven inkleuren als er geen kleuren meer zijn? Als alles straks donker is?’
Als
‘Als, als,’ herhaalt Marco. ‘Laat het gaan, pas dan kun je opnieuw beginnen. Ze kijkt hem aan en ze begrijpt wat hij zegt. Op dat moment wordt alles helder. Haar spiegelbeeld breekt in duizenden stukjes gekleurd glas. Ze pakt een stukje sproet van haar neus, een blauw glasstukje dat ooit een oog was en iets wat nog vaag lijkt op een teen. Ze kleurt haar levenswerk in en offert het op aan de zon.
Poort van Verlichting
De zon staat inmiddels als een verschrompeld ballonnetje aan de hemel. Nog even en er is niets van over. Er bungelt een draadje aan de onderkant. Claudia pakt het vast en wordt meegevoerd door de Poort van Verlichting.
Leave A Reply