Er zijn zo van die boeken die orde op zaken stellen in je hoofd, daar waar vooraf chaos heerste. Er zijn zo van die auteurs die erin slagen op een elegante manier klaarheid te scheppen, daar waar het schemerde of pikdonker was. Samenleven met gezond verstand is zo’n boek, Patrick Loobuyck zo’n auteur.
Vrijheid en gelijkheid
Op welke pijlers steunt onze moderne samenleving eigenlijk? In het eerste deel van het boek krijgen we een duidelijk, gefundeerd antwoord op deze vraag. Volgens de auteur is het basisconcept van onze democratische rechtsstaat eigenlijk erg eenvoudig: de overheid behandelt haar burgers als vrije en gelijke individuen. Daarom stelt ze zich (levensbeschouwelijk) neutraal op. Van de burgers wordt verwacht dat ze zich redelijk opstellen en elkaars rechten respecteren. Het heeft eeuwen geduurd en letterlijk heel veel bloed, zweet en tranen gekost, vooraleer men tot het inzicht kwam dat het doel van de politiek niet consensus is, maar vrijheid.
Mensen zijn geen schapen
Loobuyck verwijst graag naar de Britse filosoof John Stuart Mill wanneer het over vrijheid gaat. Mill meende dat mensen geen kuddedieren zijn. We denken graag zelf na over hoe we ons leven willen inrichten. De mens wenst niet gedwongen te worden om op deze of gene manier te leven. Alleen als zij van hun vrijheid gebruik zouden maken om anderen te schaden, mogen ze door de overheid in hun vrijheid beperkt worden. Visies uit zijn boek On Liberty uit 1859 liggen aan de basis van onze hedendaagse rechtsspraak.
Staatsneutraliteit & redelijkheid
Zoveel mensen, zoveel wensen. Men mag van mening verschillen, zelfs grondig. Mensen mogen er de meest uiteenlopende levensbeschouwingen of morele regels en normen op na houden. Zolang ze maar redelijk blijven en de basisrechten van anderen respecteren. En de staat? Die staat erbij en kijkt ernaar: de staat neemt zelf geen positie in, velt geen waardeoordelen, maar beschermt de grondrechten van burgers waar nodig.
De staat stelt zich m.a.w. neutraal op. Die staatsneutraliteit duidt allerminst op onverschilligheid. Integendeel. Net dankzij de neutrale houding van de staat, kan er sprake zijn van een pluralistische samenleving. Niemand wordt vervolgd om zijn of haar – redelijke – religieuze, filosofische of morele overtuigingen. De publieke moraal van het politiek liberalisme sluit aan bij de gulden regel: doe nooit aan een ander wat je niet wilt dat anderen met jou doen. Deze gulden regel vinden we terug in (ongeveer) alle wereldreligies. In een islamitische bron vond ik deze uitspraak van de Profeet Mohamed:
Niemand onder jullie zal geloven tot wanneer hij voor zijn broeder wil wat hij voor zichzelf graag heeft.
Redelijkheid en wederkerigheid: als je deze principes doortrekt tot het politieke niveau dan kom je uit bij het politiek liberalisme. In de ideale politiek liberale samenleving is de staat neutraal en zijn alle burgers redelijk.
Overlappende consensus
Samenleven in diversiteit vereist niet noodzakelijk gedeelde normen en waarden, wel gedeelde instemming met de uitgangspunten van het samenleven. Over dit laatste moet er een consensus zijn. Het is wat Rawls – een ander, vaak geciteerde filosoof in Loobuycks boek – bedoelt met de ‘overlappende consensus’. Dit is een onafhankelijke en onpartijdige set van principes die gedacht kan worden los van om het even welk individueel levensbeschouwelijk denkkader. Het zijn die principes waarvoor men redelijkerwijs zou kiezen achter een ‘veil of ignorance’: als je ervan uitgaat dat je niet weet met welke talenten, eigenschappen en voorkeuren je straks aan de samenleving zal deelnemen. Dit eenvoudige gedachte-experiment wordt uitvoerig en helder beschreven in het tweede hoofdstuk.
Samenleven met overtuiging
Gewoon formeel instemmen met de liberale principes (of basisvrijheden) is niet voldoende. Mensen zouden moeten overtuigd zijn van de meerwaarde ervan. Maar zijn de mensen überhaupt op de hoogte van deze principes? Hier wringt volgens mij het schoentje. Niet alleen nieuwkomers, maar ook autochtone volwassenen, en in het bijzonder alle kinderen zouden hierin onderwezen moeten worden. Hoe kan je met iets instemmen, laat staan overtuigd instemmen, als je niet weet waarover het eigenlijk gaat? Dit is misschien wel de inzet van dit boek én de missie van Loobuyck: mensen bijbrengen op welke principes onze samenleving is gebaseerd, om zo in te zien dat dit – inderdaad – de voorlopig beste vorm is. Net omdat ze plaats biedt aan mensen met de meest verschillende overtuigingen en achtergrond. Dit maakt ons absoluut niet superieur, maar onze samenlevingsvorm wel. En die kan alleen bestaan bij gratie van meningsverschil, pluralisme en diversiteit.
Religie
Veel mensen gaan ervan uit dat er in de neutrale, liberale rechtsstaat geen plaats is voor religie. Fout. Een seculiere samenleving gaat uit van de scheiding van kerk en staat, maar is daarom geen secularistische samenleving die religie bestrijdt. De staat doet geen uitspraak over religieuze vragen. Dat betekent niet dat de burgers zich niet met religie mogen inlaten. Niet freedom from religion, maar freedom of religion is de morele grondslag van de scheiding tussen kerk en staat. Katholieken, moslims, joden, atheïsten, agnosten, er is plaats voor iedereen.
Redelijke religie
Plaats voor iedereen die zich redelijk opstelt, uiteraard. Religies zullen, willen ze een rol blijven spelen in de (post)seculiere maatschappij, een leerproces moeten doormaken. In dit hoofdstuk verwijst Loobuyck naar de Duitse filosoof Jürgen Habermas. Zo zal de religie moeten erkennen dat de politieke orde in onze moderne, pluralistische samenleving niet gebaseerd is op religieuze principes, maar op de universele principes van vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Bijgevolg kunnen religieuze argumenten (‘omdat God dit zo gewild heeft’, ‘omdat het in de koran staat’) niet gebruikt worden in de formulering van politieke besluiten. Verder dient de religie het autonome gezag van de wetenschap te erkennen. Averroës (Ibn Rushd) was een moslimgeleerde uit de 12de eeuw. Hij wist al dat als geloof en wetenschap elkaar tegenspreken, die laatste voorrang moet krijgen.
Intolerantie voor de intolerantie
In de democratische liberale samenleving is er plaats voor iedereen die zich redelijk opstelt en de vrijheid van anderen niet schaadt. De democratie dient niet tolerant te zijn voor diegenen die niet redelijk of intolerant zijn. Hier geldt intolerantie voor de intolerantie. Dit is de paradox van de tolerantie, zoals beschreven in De open samenleving en haar vijanden van Karl Popper.
One of us
Wat maakt ons tot Vlaming of Belg (redactie: Nederlander of Europiaan)? Wat bindt ons? Hoe laten we nieuwkomers zijn wie ze zijn en hoe zorgen we ervoor dat ze ook één van ons willen worden? Hoe kunnen we, zonder onze eigen nationale cultuur te ontkennen, tegemoet komen aan bepaalde noden van nieuwkomers?
Multiculturele droom of nachtmerrie?
Of je het nu leuk vindt of niet, we leven in een multiculturele samenleving. Sommigen zien dit als een verrijking, anderen zien het met lede ogen aan of zien dit concept al helemaal niet (meer) zitten. Feit is dat we met talloze nationaliteiten, talen en minderheden geconfronteerd worden. Ik vind het persoonlijk niet vreemd dat mensen voor onze samenlevingsvorm kiezen, zeker niet als ik zie en hoor wat er in andere delen van de wereld gebeurt. Hoe onze gastsamenleving omgaat met deze diversiteit, is vaak onderwerp van verhitte discussies. Loobuyck pleit in zijn boek voor een duidelijke migratiepolitiek, een integratie- en inburgeringsbeleid, maar tevens ook voor meer aandacht voor de noden en angsten van de autochtonen.
‘Soumission’
Niet elke tegemoetkoming is meteen een vorm van soumission, schrijft Loobuyck in het laatste deel. De gastsamenleving verwacht dat nieuwkomers de taal leren en ‘zich integreren’. Van een redelijke gastsamenleving mag ook verwacht worden dat zij ingaat op bepaalde vragen van minderheden. ‘Redelijke accommodatie’ heet het in het boek. Over praktische maatregelen kan onderhandeld worden. Maar maatregelen die de autonomie, rechten of vrijheden van individuen beperken of ondermijnen, zijn onaanvaardbaar. Zo kan een universiteit beslissen om halalvoeding aan te bieden. Gedwongen huwelijken kunnen niet.
Redelijkheid kan ons redden
Patrick Loobuyck schrijft op een heldere, genuanceerde manier over kwesties die elk van ons beroeren. Zijn boek is enerzijds theoretisch sterk onderbouwd, anderzijds bevat het tal van voorbeelden uit de actualiteit. Het boek nodigt uit tot verdere reflectie en tegelijkertijd krijg je zin om de handen uit de mouwen te steken en echt werk te maken van die multiculturele samenleving.
Dit degelijke én tegelijkertijd toegankelijke boek wordt alvast verplichte vakantielectuur voor mijn oudste dochter. Omdat ik ervan overtuigd ben dat ze veel zaken die – vaak op een al te schreeuwerige manier – in de media aan bod komen beter zal kunnen plaatsen en nuanceren. Dit boek zou verplicht leesvoer moeten zijn voor leerkrachten, aangezien in deze thematiek een speciale rol is weggelegd voor het onderwijs. Verder ook voor mensen die intuïtief aanvoelen dat de manier waarop onze samenleving is ingericht voorlopig de best denkbare is, maar wie het ontbreekt aan gegronde argumenten om dit te verdedigen. Voor atheïsten, moslims, christenen, joden, Belgen (redactie: Nederlanders, Europeanen), nieuwkomers, Belgen van de tweede of derde generatie. Voor iedereen. Ter bevordering van wederzijds begrip en een vredevoller samenleven.
Wil je meer recensies lezen van Nele Ninclaus?
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply