Blubber, zweet, bier en sigaretten
Blubber, zweet, bier en sigaretten
Het begint al een beetje te schemeren als ik die middag na mijn werk de trein in stap. Ik ga tegenover een knaap van een jaar of 12 zitten. Hij heeft een flitsend trainingspak aan. Een grote sporttas met reclameteksten staat naast hem op de bank. Het is een vriendelijke jongen die mij met een bescheiden knikje goeiedag zegt.
Belangrijke training
‘Nog even lekker trainen zo?’, vraag ik hem. Dan legt hij mij uit dat hij onderweg is naar een voetbaltraining in Zwolle. Hij speelt de wedstrijden bij de club in zijn dorp, maar om zich goed te kunnen ontwikkelen traint hij één keer in de week mee bij een club met betere spelers. Hij kijkt er heel serieus bij en meent oprecht dat hij van die ene training in de week een betere voetballer wordt.
Trapveldjes
Mijn gedachten gaan terug naar mijn eigen jeugd in Almelo. Eind jaren zestig en begin jaren zeventig bracht ik samen met mijn vriendjes dagelijks uren voetballend door op de vele grasveldjes bij ons in de wijk. Van twee takken of twee trainingsjackjes maakten we een doel.
Biljartlakens
Overal op het gras waren kale plekken te zien. Dat waren de plekken waar de keeper heen en weer bewoog om te voorkomen dat de bal tussen de trainingsjackjes of de takken verdween. Tegenwoordig liggen de grasveldjes er overal bij als biljartlakens. De jeugd voetbalt tegenwoordig op gelikte Cruijff Courts of op kunstgras bij de club.
Muesli
De jongen voor me opent zijn sporttas en haalt er een flesje sportdrank en een mueslireep uit. “Goed bezig”, zeg ik. “Je moeder zorgt maar goed voor je”. De jongen knikt instemmend en is het blijkbaar helemaal met me eens. Mijn moeder zorgde ook goed voor mij, maar sportdrankjes en mueslirepen kenden we toen nog niet.
Suiker geeft ook energie
Als ik op zaterdagmorgen naar de voetbal ging kreeg ik van mijn moeder een appel en een gulden mee. Daarmee redde ik me de hele dag. Voordat ik naar het voetbalveld ging, liep ik langs een sigarenwinkel waar ze ook snoep verkochten. Daar trakteerde ik mezelf op een trekdrop van vijf cent en een krijtlolly die ook vijf cent kostte.
Een appel met ranja
Dan rende ik door naar het voetbalveld om de wedstrijd te spelen van mijn eigen team. Na de wedstrijd at ik mijn appel op en we kregen van de club altijd een kopje met ranja of thee. Tegen 12 uur liep ik naar een houten hok waar ze patat verkochten.
Puntzak patat
Een puntzak patat kostte 50 cent en als je er mayonaise bij wilde hebben was je 60 cent kwijt, maar omdat de vrouw die in het patathok stond mijn moeder goed kende, kreeg ik altijd een zak patat met mayonaise voor 50 cent. Dan had ik nog 40 cent over om snoep te kopen of om wat geld in de flipperkast te gooien.
Voetbalzaterdag
Ik vraag aan de jongen of hij na de training ook weer met de trein en de bus naar huis gaat. “Mijn vader haalt me straks op met de auto, maar die is nu nog aan het werk”, antwoordt hij. Ik sloot de voetbalzaterdag vroeger ook altijd samen af met mijn vader.
Nog een spelletje
Nadat ik mijn patat had opgegeten liep ik opzichtig over het sportpark in de hoop dat er ergens een elftal was waar ze een mannetje tekort kwamen. Vaak pikte ik in het begin van de middag nog wel een wedstrijdje mee bij een ander team. Meestal waren dat teams waar de minder getalenteerde jongens in speelden.
De gevierde man
Ze waren weliswaar wat ouder, groter en sterker dan ik, maar qua motoriek en techniek waren deze knapen behoorlijk beperkt. Het was daarom niet moeilijk om in deze wedstrijden een goaltje mee te pikken en het verschil te maken. Na afloop was je dan de gevierde man.
Veteranen
Voldaan stak ik vervolgens de weg over naar het nabijgelegen sportpark van de vereniging waar mijn vader speelde. Daar speelde mijn vader in een veteranenteam. Na afloop van de wedstrijd rende ik het veld in naar mijn vader en vertelde ik vol trots dat ik ’s middags mee had gedaan met oudere jongens en dat ik een goal had gemaakt.
Zweet en rook
Samen met mijn vader liep ik dan tussen de grote kerels van het veld af. Met mijn donkerblauwe Quick-trainingspak zat ik naast de zwetende en rokende mannen in de kleedkamer. Die typische geur van shampoo in combinatie met sigarettenrook en zweet zal ik nooit vergeten.
In de kantine
Mijn vader was meestal als één van de laatsten klaar met douchen. Ik moest dan van hem onder de banken kijken of er nog wat was blijven liggen. Daarna liepen we samen naar de kantine. De kantine stond blauw van de rook. Je moest turen om te ontdekken waar het team van mijn vader ergens aan een grote tafel zat.
Bier en sigaretten
Maar meestal was dat dezelfde tafel. Ieder team had zo zijn eigen stekkie in de kantine. Even bleef ik dan bij het team van mijn vader zitten. Ik kreeg dan een flesje cola en een frikandel. De mannen dronken bier uit flesjes en rookten sigaretten van het merk Cabalero. Als de tafel helemaal vol stond met volle asbakken en lege flesjes en het geschreeuw harder werd, vond ik het tijd om te gaan.
Swiebertje
“Zeg maar tegen mama, dat ik er zo aan kom”, zei mijn vader dan. Ik wist dat hij dat zelden na kwam. Hij vond het altijd veel te gezellig met zijn maatjes in de kantine en mijn moeder wist ook wel beter. Zij gunde mijn vader zijn wekelijkse uitje en vond dat helemaal niet erg. Vaak zat ik al met mijn moeder en mijn broertjes naar Swiebertje te kijken als mijn vader in een wat lacherige toestand thuiskwam.
Dromen
Ik vertel de jongen tegenover mij dat ik ook altijd gevoetbald heb. Zo krijgen we een gesprek over voetbal. Over de positie waarop hij speelt, zijn ambities en zijn dromen. Die dromen had ik ook in mijn jeugd, net als zoveel andere jongens van mijn generatie.
De gouden jaren van het Nederlands voetbal
Het waren de gouden jaren van het Nederlands voetbal. Ajax, Feijenoord en het Nederlands elftal waren toonaangevend in de wereld. Ik heb mijn dromen op sportief gebied nooit waar kunnen maken, maar ik heb wel een geweldige tijd gehad in mijn actieve jaren.
Blubber, zweet, bier en sigaretten
Ik heb gelukkig net als mijn vader na de wedstrijd in de kleedkamer de geur op mogen snuiven van sigaretten, gras, blubber, goedkope shampoo en zwetende mannen. En gelukkig mocht ik daarna jarenlang een dampende kantine in stappen met drinkende, lachende en rokende mannen. Prachtig, ik had het voor geen goud willen missen.
Gezonde sportkantine
Anno 2019 speelt bijna iedereen op kunstgras en is het een straf om op een zwaar blubberig natuurgrasveld te spelen. Veel kantines zien er uit als een gestylde loungebar met trendy meubilair en de gezonde sportkantine met verantwoorde snacks is helemaal hip. Je kunt er zelfs subsidie voor krijgen.
Goedkeuring
De meeste sportparken zijn volledig rookvrij en bier mag pas geschonken worden als er geen jeugdwedstrijden meer zijn. Ik keur dit allemaal niet af. Sterker nog, ik denk dat het een goede ontwikkeling is. Het hoort bij deze tijd waarin veel aandacht is voor de gezonde leefstijl, maar als oude nostalgische man verlang regelmatig terug naar de typische voetbalcultuur van mijn jongere jaren.
Nostalgie
De ongezonde sportkantine met de oubollige inrichting, de stinkende kleedkamers, markante clubmensen langs de lijn, de soppige grasvelden, de verkleurde vale katoenen voetbalshirts, de afgezakte kousen en de traditionele zwarte voetbalschoenen.
Succes bij het nastreven van je dromen
We zijn in Zwolle gearriveerd. Al babbelend lopen we samen het perron af, want voetballers van jong tot oud hebben heel snel een klik en kunnen eindeloos over het spelletje praten. Als hij de bus instapt, geef ik hem de hand en wens ik hem veel succes bij het nastreven van zijn dromen.