Waarvan ben jij helemaal ondersteboven?
‘Toen ik in de trein stapte met een ijsje, zei iemand in het voorbijgaan: Moet jij vooral doen met jouw gewicht en maakte een soort knorgeluid. Ik was er zo van ondersteboven, ik heb direct mijn ijsje weggegooid.’
Lisette bloost terwijl ze het vertelt. Haar collega’s troosten haar dat ze helemaal niet dik is, dat je nooit naar zo iemand moet luisteren en dat het flauw is om dat soort opmerkingen te maken. Ze fleurt wel op van de steun, maar het blijft haken.