Ken jezelf
γνῶθι σεαυτόν (Ken jezelf)
Ken jezelf: Ik ben een jaar of dertien en zit op het gymnasium van scholengemeenschap ‘Serviam’ in
Sittard. Eén van mijn docenten is meneer Van Loenen. Een gedistingeerde, al enigszins op
leeftijd zijnde man. Hij geeft klassieke talen en ik heb Grieks van hem. Niet alleen geeft hij
die taal, nee, ook ziet hij eruit als een Griekse wijsgeer, met een heel markant gezicht dat
niet misstaan zou hebben als beeltenis in een van de Griekse tempels van weleer. Hij
boezemt echt ontzag in, zeker bij zijn nog zo jonge gymnasiasten.
Beproeving
De tweede les al vraagt hij, opkijkend vanaf zijn presentielijst richting klas, wie Hélène
Nijssen is. Ik steek mijn vinger op. “OK” zegt hij “dan geef jij me maar eens de verbuiging van
het mannelijk lidwoord in het Grieks.” “Uh, ó, του, τῳ, τον…” en zo ga ik verder. Ik maak één
foutje, maar dat wijt ik aan zijn priemende ogen die mij zo strak aankijken dat ik mijn hart in mijn
keel voel bonken. En inderdaad, wanneer ik naar beneden kijk, zie ik dat mijn hart zo tekeer gaat
dat mijn bloesje duidelijk zichtbaar op en neer beweegt. Pff, wat een beproeving.
Levenslessen
Meneer Van Loenen was echter behalve een strenge, ook een heel goede leraar. Hij leerde je
niet alleen Grieks, maar gaf je ook veel wijze levenslessen mee. Ik vond zijn filosofische insteek
altijd heel erg boeiend. Zo had hij het tijdens een van zijn lessen ook over de tempel van Apollo in Delphi in het oude Griekenland, waar de mensen naartoe gingen om het Orakel van Delphi te raadplegen. Op die
tempel stond een spreuk: γνῶθι σεαυτόν, wat betekent ‘Ken jezelf’.
Meisjes van dertien
Meneer Van Loenen spoorde ons aan om daar eens goed over na te denken. Maar als je dertien bent zegt je dat niet zo heel veel. ‘Natuurlijk ken ik mezelf, ik weet heel goed wie ik ben, zoiets hoef je toch
niet op een tempel te zetten’ dacht ik toen. Grappig hoe anders je als kind de dingen ziet, zoveel ongecompliceerder. Nu, heel wat jaartjes later, zegt me dat heel veel meer. Lang niet gemakkelijk om jezelf echt goed te kennen.
Puur
Je wordt gevormd en gekneed door iedereen en alles om je heen. Je komt als het ware ‘puur’ ter wereld, een ‘onbeschreven blad’ en vanaf dan begint de beïnvloeding van buitenaf, uiteraard meestal goed bedoeld. Je ouders, het gezin waarin je opgroeit, je familie, de leerlingen en leraren van de school waar je naartoe gaat, je vriendjes en vriendinnetjes, de buurt, de sportvereniging, je godsdienst. Als je wat ouder bent, je werkomgeving en collega’s, tv-programma’s, het nieuws, de bladen en boeken die je leest en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Steeds meer lagen komen er rond die ‘pure’ kern te liggen. Lagen die
jammer genoeg vaak nodig zijn om je in de maatschappij staande te houden.
Wie ben jij?
Maar, wie ben jij nu eigenlijk? Wat wil je zelf eigenlijk? Hoe voel je jezelf eigenlijk? Ben je
eigenlijk wel de persoon die de mensen denken die je bent? Waarvan je zelf denkt die je bent?
Dat wat als kind zo ongecompliceerd leek, is nu een veel gecompliceerdere vraag geworden:
hoe kan ik mezelf écht kennen? Hoe kan ik de lagen die ik rond mezelf vrijwillig, of soms ook
noodgedwongen, heb opgebouwd afpellen en weer dichter bij mijn eigen, pure zelf komen?
Ruimte
Staat mijn omgeving me toe dat te doen of is er geen ruimte voor en moet ik ergens gaan
onthaasten, misschien wel in de natuur zonder alle prikkels van de drukke, moderne
maatschappij, die me oh zo graag conditioneert en in een bepaalde richting duwt. Soms is de
vakantieperiode daar bij uitstek geschikt voor, even helemaal afschakelen…
Van Kooten en De Bie
Dit zo schrijvend, moet ik plotsklaps aan het liedje van Van Kooten en De Bie denken, dat zij
al in 1975 uitbrachten. Lees de lyrics er maar eens op na: Zoek jezelf
Geniale tekst, eigenlijk een soort moderne versie van wat de Grieken op hun tempel in
Delphi hadden staan, Zoek jezelf, vind jezelf, wees en blijf altijd jezelf…
Genoeg stof om over na te denken, meneer Van Loenen had gelijk. Toch niet zo vreemd dus,
die spreuk γνῶθι σεαυτόν. Probeer daar maar eens achter te komen. Je hebt er misschien wel een heel leven voor nodig.
Door Hélène Nijssen, auteur van het boek ‘Dankzij Dorien, over de grens’