Zaterdag stonden mijn meiden zorgeloos met hun heupen te zwieren op ‘I’m feeling sexual’ van Neiked. Het was mooi om te zien hoe ze samen plezier beleefden en hoe ze opgingen in hun rol van verleidsters. Gelukkig dansen ze nu nog voor mij, dacht ik. Ze vroegen zelfs of ik wou meedansen. Uiteraard. Voor een dansje ben ik altijd te vinden. Al had ik toch wel mijn bedenkingen bij de tekst van het lied. ‘I’m feeling sexual, so we should be sexual’. Maar ik zweeg wijselijk, ik wou geen spelbreker zijn deze keer.
Heel recent nog had ik mijn punt over de oppervlakkigheid van veel series, films, clips en programma’s uitvoerig uit de doeken gedaan. Mijn dochters zaten toen naar een aflevering van Temptation Island te kijken. Ik was bezig in de keuken. Eén oog op m’n potten gericht, één oog op het scherm. Dat laatste oog kon niet geloven wat het zag. Het was zo in shock, dat ook het andere oog niet anders kon dan even een blik te werpen op al die (bijna) naakte, glibberige lijven en vreemde gedragingen. Mijn God, ik was zo erg uit mijn normale doen, dat ik middenin het programma eiste dat ze de televisie zouden uitzetten. Met welk beeld over liefde, seks en lichamelijkheid zadelen zulke programma’s mijn kinderen op?
Marie en Hanna keken mij ontdaan aan. Wat was er toch mis met mij? Waarom keurde ik zo zelden goed wat ze bekeken op tv? Waarom kon ik niet gewoon in mijn potten blijven roeren en eens geen drama maken van zoiets als een tv-programma, waar trouwens àlle kinderen naar keken? Mijn kinderen kennen me stilaan een beetje en ze zouden nu toch moeten weten dat dit laatste argument nu net geen argument is voor mij. Stilletjes dropen ze af naar bed.
Verslagen bleef ik in de zetel hangen. Ik herinnerde me hoe ik, maanden geleden, na een onvoorstelbaar slechte, Amerikaanse liefdeskomedie, waarin ongeveer iedereen het met iedereen deed, mijn oudste dochter waarschuwde: dit is niet het echte leven, zo gaat het er echt niet aan toe, dit is erg slechte fictie, dit is niet de realiteit. Ze antwoordde zonder één seconde na te denken: zeker niet die van jou. Daar kon ik niet veel tegenin brengen. Dus deed ik er het zwijgen toe. Hoe zouden mijn kinderen later liefhebben? En wat is mijn rol of aandeel daarin?
Die avond kwam het niet meer goed met mij. Maar enkele gesprekken met goede vriendinnen en met mezelf later, voelde ik me weer boven water komen. Goed dat die vriendinnen er zijn om me af en toe wat realiteitszin bij te brengen.
Gisteren vroeg Marie of ik even haar eindwerk muziektheorie wou doornemen. Voor dit eindwerk moest ze een klassiek muziekstuk kiezen, situeren, ontleden en bespreken, en ook een woordje over de componist toevoegen. Ze koos voor Waltz N°2 van de Russische 20ste eeuwse componist Sjostakovitsj. Een pareltje. Marie schreef dat dit stuk haar aan de liefde deed denken. Een bloemenweide, zon, en een jongen, met wie ze hand in hand liep te zwijgen. Ik besefte meteen dat ik echt wel gerust mocht zijn wat haar beeld van liefde en lichamelijkheid betrof.
Ondanks de vaak erbarmelijke liedjesteksten die ze beluisteren, ondanks de barslechte programma’s die ze soms bekijken, geloof ik stellig dat mijn kinderen kunnen liefhebben, dat voel ik gewoon. En verder geloof ik ook dat ze dit zullen kunnen blijven doen. Dit begint misschien stilaan op een geloofsbelijdenis te lijken, maar toch wil ik dit nog toevoegen aan mijn credo: ik geloof dat het goed komt met hen. Ondanks alle ruis.
Lees ook:
- Tienermoeder 1
- Tienermoeder 2
- Tienermoeder 3
- Tienermoeder 4
- Tienermoeder 5
- Tienermoeder 6
- Tienermoeder 7
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply