Op het dashboard van mijn Dyane leeft hij nog. Leven ze allebei nog. Beer en oom Menno. Beer heeft al langer een plekje gezocht ergens hier ver vandaan, maar de envelop die ik in mijn hand houd en weiger open te maken, laat weten dat oom Menno onderweg is naar Beer. Misschien heeft hij zijn oude vriend zelfs al gevonden. Ik hoop dat er een smidse is. Eergisteren een telefoontje van een onbekend nummer. De man stelde zich voor als de broer van Menno. Hij draaide er niet omheen, zei me dat hij slecht nieuws had. Ik hoorde iets over een nare val in zijn eigen huis en net toen ik wilde vragen in welk ziekenhuis ik hem kon opzoeken, voelde ik aan de aarzeling in de stem dat ik oom Menno nooit meer zou opzoeken. Ik heb gehuild, nog voordat ik het gesprek kon beëindigen. Oom Menno. De man die het overlijden van mijn vader misschien nog wel moeilijker vond dan ikzelf, die een vaste waarde was in mijn jeugd en die mijn geheugen geregeld opfriste als het over diezelfde jeugd ging. Weg sparringspartner, weg goede vriend. Twee weken geleden was ik nog bij hem. Hij had wat last van zijn rug. Dat zei hij niet, dat zag ik. Oom Menno had nooit ergens last van. En nu is hij er niet meer.
Daan gaat met me mee naar de crematie. Ik rijd. Daan voelt zich niet prettig achter het stuur van mijn Dyane. Beer en oom Menno lachen me toe. Daan vraagt of ik al weet wie ik de auto nu laat onderhouden. Ik kijk hem kort aan en schud mijn hoofd. Alsof dat het belangrijkste is. Het onderhoud van de auto. Wie onderhoudt mijn geheugen?
Als we mijn moeder ophalen, wordt opnieuw pijnlijk duidelijk dat zij in doorlopend gevecht is met haar eigen herinneringen, laat staan dat ik met vragen over mijn jeugd bij haar terecht kan. Wat dat betreft zorgt het overlijden van oom Menno echt voor een doodlopende straat. Onderweg naar de crematie kakelt mijn moeder onsamenhangend, maar aan een stuk door. Over de slagerij waar ze altijd haar boodschappen haalt en waar de worst nog zelf wordt gemaakt. Over haar vriendin die pas nog op de thee kwam – en waarvan ik weet dat ze al jaren geleden overleden is. Onlangs betrapte ik mezelf erop dat ik ook aan mijn moeder denk in termen als overleden zijn. Zie dit hoopje mens naast me. Haar mond lijkt kwalitatief nog het beste onderdeel te zijn. De bruiloft van een nicht wordt besproken die er zo prachtig uitzag in haar bruidsjurk. Als ik vraag hoe de nicht heet, knijpt ze haar lippen op elkaar als een klein kind dat een geheim wil binnenhouden. Mijn moeders nicht bestaat helemaal niet, maar mij ontbreekt de energie haar tegen te spreken en als ze haar verhaal over de bruiloft vervolgt, knik ik een paar keer. Niet dat ze die aanmoediging nodig heeft.
De crematie is zo mooi als een crematie maar kan zijn. Er zijn foto’s waarop ik oom Menno langzaam ouder zie worden, maar nergens zie ik een oude man. De vriendschap met mijn vader wordt aangehaald. Daan legt zijn hand op de mijne. Mijn glimlach is nat. Ik zie oom Menno aan mijn auto bezig. Hoe zorgvuldig hij de werpmessen sliep tot ze absoluut niet scherper konden worden. De feestjes waarop hij niet eens een borrel nodig had om toch iedereen te vermaken. De zachte manier waarop hij naar Ceel en Maartje keek.
Ceel en Maartje… Toen ik ze vertelde dat oom Menno was overleden, was er een knikje. Oh ja, oom Menno. Ze vroegen geen van beiden wanneer de crematie was en of ze misschien mee konden gaan. Ik heb de kaart open op de eetkamertafel gelegd. Geen resultaat. In gedachten heb ik ze egoïstisch genoemd. Meerdere keren. Maar het woord knalde iedere keer keihard terug. Van wie zouden ze dat hebben, Esther Malkaan? Jij slaagt er toch ook prima in goed voor jezelf te zorgen, ten koste van jouw gezin? Mijn dochters hadden op de lege stoelen hiernaast moeten zitten. Ik had… Ik moet een heleboel.
In de verte hoor ik mijn naam. Daan knijpt in mijn hand. ‘Lief’ hoor ik hem zeggen en hij kijkt me aan om er zeker van te zijn dat ik meekrijg wat er wordt gezegd. Oom Menno blijkt een briefje te hebben achtergelaten met daarop de titel van een lied. Zijn broer, die het briefje vond, leest het voor. Willem, zeg dat ze bij mijn afscheid ‘Radar Love’ draaien. Willem spreekt Radar Love letterlijk uit zoals je het schrijft. Onder andere omstandigheden zou ik hierom kunnen lachen. Het is voor Esther, de dochter van Beer. Ik hoop dat ze altijd de wind in haar haren mag voelen, ook als de Dyane straks de geest heeft gegeven. Als de eerste gitaren klinken, huil ik alles wat ik aan verdriet heb, mijn lijf uit. Daan heeft zijn arm om me heen geslagen en ik huil zijn schouder nat. Later zal hij me vertellen hoe de mensen in het crematorium, gemiddelde leeftijd 104 en onderling naar elkaar loerend wie het volgende lijdend voorwerp zal zijn, met opengesperde ogen en een hand voor de mond geslagen hun waardering voor de actie van Menno kenbaar maakten. Ik krijg er niets van mee. Herinner me zelfs nauwelijks de kop koffie die we na afloop drinken. Ik weet wel dat op de terugweg Daan rijdt. Voor het eerst in heel lange tijd. Samen brengen we mijn moeder naar haar kamer. Daan is lief voor haar. Liever dan ik kan opbrengen. Voordat we in de Dyane stappen, vraagt hij of ik eerst wil praten. Of ik wat wil drinken. Koffie, witte wijn of iets sterkers. Ik hoef niets. Ik wil alleen naast hem zitten en voelen dat het weer tussen ons wordt als in de eerste ritjes die we samen in deze auto maakten. Als we later thuis zijn, bedenk ik dat ik de hele dag nog niet aan Joost heb gedacht. Joost is er niet als ik verdrietig of boos ben. Joost is er als ik wil vrijen. Of sterker: als híj wil vrijen en hij me opdraagt snel naar hem toe te komen. Op de bank nestel ik me naast Daan. We drinken samen op oom Menno.
Esther verschijnt elke vrijdag. Meer Esther lezen?
-
- Esther deel 1
- Esther deel 2
- Esther deel 3
- Esther deel 4
- Esther deel 5
- Esther deel 6
- Esther deel 7
- Esther deel 8
- Esther deel 9
- Esther deel 10
- Esther deel 11
- Esther deel 12
- Esther deel 13
- Esther deel 14
- Esther deel 15
- Esther deel 16
- Esther deel 17
- Esther deel 18
- Esther deel 19
- Esther deel 20
- Esther deel 21
- Esther deel 22
- Esther deel 23
- Esther deel 24
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply