Autosleutel kwijt. Daan is nooit zijn sleutel kwijt. Daan is nooit iets kwijt. Zelfs zijn geduld niet. Alles kent een volgorde bij hem. Hij komt thuis, hangt zijn jas op de kapstok (neemt zonder zeuren vaak daarbij de mijne mee, die ik ergens over een traptrede heb gemikt), ruimt keurig zijn tas en sleutels op en als ik al thuis ben, krijg ik ergens in dit ritueel een kus van hem. Hij vraagt hoe mijn dag was en luistert meestal zelfs écht naar het antwoord. Daan is geweldig, de droom van elke vrouw. Waar ben ik opgehouden te dromen? Ergens ben ik wakker geworden, precies daar waar ik er veel beter aan had gedaan mijn ogen dicht te knijpen en door te dromen. Joost is vrijwel alles wat Daan niet is. Joost is onrustig, dwingend, woest aantrekkelijk op een foute manier. Joost vertegenwoordigt alles wat fout is. Mijn moeder zou me voor gek verklaren als ze maar een kwartier met hem zou doorbrengen. Waarschijnlijk vind ik hem daarom zo leuk. Alhoewel leuk niet het goede woord is. Joost kent geen grijstinten – nou ja, die vijftig tinten wel. Voor hem bestaat het leven alleen uit primaire kleuren. Het woord poldermodel komt in zijn woordenboek niet voor. Ik zou gek worden als ik met die man moest samenleven. Ik word gek als ik eraan denk dat ik hem nooit meer zou zien.
Maar Daan. Ceel heeft het bewijs ingetrokken dat ze tegen me had. Ze heeft het niet vernietigd, dat weet ik. Reasonable doubt, leden van de rechtbank. Zal die gerede twijfel de reden zijn van het telefoontje van Daan? Geen appje naar mij, direct bellen naar Fee. Of hij de reservesleutel kan ophalen die ik bij me heb. Hij is zijn exemplaar kwijt. Slechtste excuus ooit. Daan raakt nooit iets kwijt. Hij wil gewoon weten of ik bij Fee ben. Maar wanneer is zijn twijfel ontstaan? Ceel heeft hem niets verteld, daar ben ik van overtuigd. Zou niets voor haar zijn. Ceel is van de romantische liefde, overtuigd van het één man – één vrouw principe, zeker daar waar het haar ouders betreft. Maar ze is vooral ook van de harmonie. Ze heeft sinds de ontdekking van de puberteit tegen grenzen geschopt, maar ze was nooit grenzeloos. Ceel zou haar vader geen pijn willen doen met een ontdekking die misschien, mogelijk, wellicht toch niet echt een ontdekking bleek.
Ceel valt af. Maar waardoor is Daan gaan twijfelen? Gisteren heb ik mijn tas ingepakt. Pyjama – roze met gouden opdruk My Sweetheart, veel fouter wordt het niet -, mijn tandenborstel, deo, dagcrème, schoon setje ondergoed en kleding voor de dag erna. Ik heb Daan en de kids gedag gezwaaid en ben naar Fee gereden voor onze jaarlijkse pyjamaparty. Dat is althans het verhaal thuis.
Joost houdt niet van pyjama’s. Joost houdt van kant, jarretels en vooral van alles wat daaronder leeft. Eigenlijk is mooie (lees: dure) lingerie niet aan hem besteed. Hoe mooier, hoe sneller uit, dat is zo’n beetje zijn motto. En dus blijf ik alles uit de kast halen. Goed bezig, Esther…
Blijf een keer slapen. Het kwam er deels als vraag, deels als opdracht uit, toen ik hem de laatste keer gedag kuste. ‘Maak jij mijn ontbijt klaar?’ vroeg ik. Onderweg naar huis echoëde zijn belofte na. Verse jus, warm croissantje – en ikzelf. Nog geen week later stond de pyjamaparty bij Fee in mijn agenda. Fee weet ervan, voor het geval Daan of de kids haar in paniek bellen, omdat de yoghurt op is, de sportkleding voor de gymles onvindbaar blijkt of de magnetron mysterieuze foutmeldingen geeft. De kans is klein, maar een slimme meid is op haar toekomst voorbereid. Toch?
In het appartement van Joost branden zeker honderd waxinelichtjes. Formaat xl, het is helder wat meneer van plan is. Er staat een fles witte wijn gekoeld klaar en het is duidelijk dat de Japanner om de hoek deelt in de feestvreugde. Bij het zien van de sushi kreun ik dat ik al gegeten heb. Joost grinnikt. ‘Over een uur of wat ben jij énorm aan sushi toe, dat beloof ik je.’ Hij krijgt gelijk.
Het is half twaalf als mijn telefoon gaat. Werk, Fee of thuis, gaat door mijn hoofd. Het blijkt een combinatie van die drie. Fee meldt dat Daan net bij haar aanbelde. Autosleutel kwijt. Nergens te vinden. En laat ik nu de reservesleutel aan mijn sleutelbos hebben hangen. ‘Fee,’ gil ik in mijn telefoon, gevolgd door een aantal woorden die zelfs de wenkbrauwen van Joost doen fronsen. ‘Rustig, Esther, haal adem,’ klinkt het aan de andere kant. Fee heeft haar improvisatietalent ingezet en Daan gezegd dat ik vijf minuten daarvoor door mijn werk ben gebeld. Problemen met één van mijn jongens. Dreigde door te draaien. Ik ben plichtsgetrouw uiteraard direct in mijn auto gesprongen. Waarheen? Fee had Daan strak aangekeken. ‘Tja, daar heb ik dan weer niet aan gedacht. Iemand draait door, Esther rent de deur uit en jij verwacht dat ik dan vraag waar ze heen gaat?’
‘Ik sta bij je in het krijt, lieve, lieve, lieve Fee,’ zeg ik.
‘Zeker,’ zegt ze. ‘Ik verwacht dat jij nog deze week uitgebreid verslag komt doen van alles wat jij en meneer J. daar vannacht uitspoken. Mag jij de limoncello meenemen.’
Ineens schiet me te binnen dat Daan morgenvroeg niet zonder autosleutel naar zijn werk kan. Maar ook daar heeft Fee aan gedacht. Ze heeft hem haar auto meegegeven. ‘Brengt ie morgenavond weer terug. Eens kijken hoe Daan zijn dankbaarheid toont.’
‘Fee…’ brom ik.
Nadat Joost mij alle bewijs van zijn ijzersterke conditie heeft laten zien en ik enorm aan sushi toe ben, app ik Daan. Begrijp van Fee dat je autosleutel kwijt bent. Ik ben hier nog nodig, noodsituatie, sorry. De volgende ochtend word ik wakker met de armen van Joost om me heen geslagen. Joost lost al zijn beloften in. Verse jus, croissantje en vooral veel van zichzelf. Kort voor zeven uur heeft Daan geappt dat hij de auto van Fee heeft kunnen lenen. Alles goed met je? Mijn vingers zweven boven het scherm van mijn telefoon. Alles goed, tik ik uiteindelijk. En ik doe er een kus bij.
Die avond aan tafel vraagt Daan niet naar het incident dat mijn pyjamafeestje verstoorde. De afspraak thuis is dat ik niet over persoonlijke situaties van mijn jongens vertel. Officieel, omdat ik die wereld wat bij Ceel en Maartje wil weghouden, noem me naïef, maar vooral omdat het ongelooflijk van pas kan komen, zoals gisteravond wel bleek. Veel kan onder het kleed van cliëntgevoelige privacy worden geveegd. Daan heeft zijn autosleutel gevonden. In de binnenzak van zijn colbert. Niet goed gezocht. Ik ontwijk zijn blik. Daan stopt nooit, nooit, nooit zijn autosleutel in de binnenzak van zijn colbert. En niet goed zoeken en Daan, dat past niet in één zin. Alle signalen staan op rood en ik vraag me af wat ik heb gedaan waardoor hij argwaan kreeg. Fee mag dan zeggen dat mannen geen antenne hebben voor de ontrouw van hun vrouw, maar ik zal toch niet met die ene uitzondering onder een dak wonen?
Esther verschijnt elke vrijdag. Meer Esther lezen?
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply