Google heeft ruim 80.000 hits op ‘vrouwelijke intuïtie’. Het is gestolde wijsheid en juist vrouwen kunnen daar feilloos mee omgaan. Dat blijkt. Toen ik zag hoe Maartje op onbespiede momenten naar Thijmen keek, sloeg mijn metertje ver uit. Ze vindt hem interessant, zag en voelde ik. Zij bleek met me mee te zien en voelen. Al weken hoor ik dat ze met Thijmen dit en dat gaat doen, dat ze met Thijmen iets bespreekt, dat ze met Thijmen naar vrienden gaat. Hij komt ook steeds vaker langs.
‘Heb je iets met die Thijmen?’
‘Mam, doe niet zo gek!’ Maar of ik na het aankloppen voortaan even wil wachten voordat ik binnenkom, want ze heeft haar recht op privacy. Ik bedenk hoe Joost en ik onze privacy invullen en maak me zorgen.
‘Schat,’ adviseer ik haar, ‘je moet nooit iets doen…’
‘…waar ik niet aan toe ben, toch mam?’ Die brutale ogen, ik heb geen spiegel nodig om te weten van wie ze die heeft. ‘Hoe condooms werken weet ik ook, om maar meteen vraag twee te beantwoorden.’ Pats, bonk, mep.
Condooms. Hebben Joost en ik de eerste keer, uh, tja.
Nog een week later ligt er het verzoek om met haar naar de huisarts te gaan, ze wil de pil.
Hallo huisarts. Ja ik ben hier met mijn dochter. Ze wil de pil. Ze heeft verkering, dat mag ik niet zo noemen, met Thijmen. Thijmen is de zoon van mijn minnaar. Wat zegt u dokter? Dat het een groot toeval is dat ze juist die jongen trof? Nee hoor, want ze barbecueën bij ons, mijn minnaar, zijn vrouw en zijn zonen. Dat maakt het toeval al minder groot. Daarbij heeft ze mijn smaak van mannen, en lijkt de jongen in alles op zijn vader. Zo gezellig. Nu zijn moeder nog aan mijn man koppelen, een grote boerderij op het Drentse land kopen en dan met zijn allen daar wonen. Elke dag samen chanten, nog beter dan de ijverigste monniken en veel nederwiet roken. Zou paars mij staan?
Trouwens dokter, heeft u ook een valiumpje voor mij. Of doe maar een heel doosje, er is veel om te verwerken.
Harmen. Zo heette mijn eerste liefde. Die vergeet je niet, eerste liefdes. Ze houden je hand vast bij de oversteek. Samen merk je uiteindelijk dat je slechts een greppeltje hoeft over te springen in plaats van de brede rivier die in je hoofd woonde. Het maakt dan niet uit hoe ver je met elkaar gaat, zo’n eerste keer. All the way (‘na een week’ dat verbaast me niet echt, Fee) of gewoon heerlijk zoenen en een beetje voelen. Je bent waar een aantal vriendinnen van jou al waren – of zich naartoe logen. Je bent waar het spannend voelt, leuk spannend.
Wat bij me opkomt? Groen, zijn ogen waren groen. Hij had sproetjes, lieve sproetjes. Hij was niet van de branie, dat was ik zelf al genoeg. Hij had humor en niets bracht hem van zijn stuk.
We kusten tussen de hoge struiken achter de kerk. Wie niet, in het dorp. Er is maar één gebouw groot genoeg om de zichtlijnen van al die nieuwsgierige dorpsgenoten te breken. Wie kwam er achter de kerk, op het strookje tussen de muur en het kerkhof. Niemand had er iets te zoeken; er kwamen alleen maar jongeren die wilden vinden. Hij kon goed kussen, dat heb ik me pas later gerealiseerd toen ik al die slechte kussers tegenkwam. We hadden verbinding, Harmen en ik. Onze handen konden alles doen, omdat onze ogen naar elkaar bleven kijken. Goedkeurend, liefkozend, kijken. Weinig mannen kunnen dat. Joost kan het ook. Laat ik eerlijk zijn, Daan ook. Maar Daan blijft lief kijken, Joost heeft ook duiveltjes in zijn pupillen wonen. Bij Harmen en mij woonden er alleen nog maar kuikentjes. Onvergetelijk lieve kuikentjes.
Ze komt ook bij hem thuis. ‘Het is daar heel gezellig mam, alleen die vader is bijna nooit thuis.’ Goh. Verrassend.
De vader plaagt de schoonmoeder. Hij vindt het prachtig. Zijn zoon, mijn dochter: wie had dat kunnen bedenken. Of we ons misschien even samen stiekem kunnen terugtrekken tijdens hun bruiloft. Dan die blik er nog bij, grrrrr. Alles wat ik inbreng, wordt weggewuifd. Ben ik nou de enige in dit land die nog nuchter kan nadenken? Dat lijkt me een vraag om Fee te stellen. Een dag later zitten we op haar bank.
‘Maar Es, Maartje vindt die jongen leuk, jij zegt dat hij leuk is, eerste liefde is prachtig, de rest moet je even vergeten en geniet met haar mee.’ We zitten nog geen vijf minuten te praten of Fee heeft haar conclusie al klaar. Ik denk dat ze die al had liggen toen ik nog moest binnenkomen.
‘Mag ik nog wat inbrengen of heeft mevrouw het idee dat dit thema is afgesloten?’
‘Tegenwoordig hebben ook slachtoffers het recht hun zienswijze in te brengen, dus ga uw gang mevrouw.’
Wel lief dat ze me de slachtofferrol gunt, zeg ik haar. Ik heb het idee dat het castingbureau mij de rol van dader heeft gegeven. De scriptschrijvers twijfelen nog of het nou een klucht wordt, een romantisch drama of stevige horror. Spiegelvrouw is er al uit, die kiest altijd de ergste optie.
‘Fee, alles loopt door elkaar!’ Hoe kan ik nou minnares en schoonmoeder zijn. Gezellig keuvelen met die jongen, terwijl Maartje hem met hondenogen aankijkt, en daarna met zijn vader afspreken. Hoe kan ik de zelfgebakken koekjes eten van de vrouw wier man ik de dag daarna in mijn bed heb?
‘Zei je nou ‘wier’?’
‘Daar gaat het niet om, Fee!’
Ik krijg ruim spreektijd van Fee. Na een half uur krijg ik zelf in de gaten dat ik in herhaling val. Ik stop. ‘Zoiets dus,’ voeg ik nog even als nonchalante afsluiting toe. ‘Zoiets en dan heel vaak verteld.’ Fee spaart nooit degenen die ze lief heeft. ‘Ik snap je probleem. Je kunt dit niet naast je neerleggen. Maar, houd hoop, er is een uitstekende oplossing.’
Een niet-Fee-kenner zou nou hoopvol rechtop gaan zitten. Ik ben wat voorzichtiger, want weet dat de uitstekende oplossingen van Fee met hoop en enige argwaan verwerkt moeten worden.
‘Een uitstekende oplossing, zeg je?’
‘Twee zelfs. Esther en Joost moeten uit elkaar, of Maartje en Thijmen.’
Natuurlijk zeg ik meteen ‘trut’, maar niet omdat ze ongelijk heeft. Mijn intuïtie is net zo drammerig als Spiegelvrouw en roept hard in mijn oor dat Fee’s oplossing oud nieuws is. Dat ik moet stoppen met Joost weet ik al sinds Maartjes eerste blik op Thijmen.
Prachtige oplossing, want als ik ergens goed in ben, dan is het in stoppen met Joost.
Maar nu, nu gaat het lukken. Immers het gaat om mijn kind. Niets is dichterbij. Dat begrijp ik, dat begrijpt hij. Het komt goed, Joost weet hoe het werkt bij vrouwen, Joost kan goed met vrouwen.
De appel valt niet ver van de boom, ook in het Berendsen gezin.
Thijmen kan net zo goed met vrouwen als zijn pa. Ze heet Lisa – volgens Maartje kut-Lisa.
Thijmen blijkt even met haar te zijn meegelopen, en zo. Maartje was er niet bij, hartsvriendin Desie wel. Haar foto’s zijn haarscherp.
Mijn dochter ligt in de kreukels. Niets zo hard als het eerste liefdesverdriet. Ik troost haar op alle mogelijke manieren. Hoor de hele dag tussen het janken door: kut-Thijmen en kut-Lisa.
Mijn moederhart is gebroken. Ik huil met haar mee, ik voel haar pijn.
Maar ergens glimt er…, wat ben ik een afgrijselijk wijf.
Spiegelvrouw en ik zijn het voor het eerst sinds tijden eens: kut-Esther!
Esther verschijnt elke vrijdag. Meer Esther lezen?
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply