Witte, wollen, wervelende sneeuwvlokken vallen heel zachtjes op mijn gezicht. Alsof ze bang zijn om me aan te raken. Ik til mijn gezicht naar de lucht en steek mijn tong uit zover ik kan. Als ik mijn hoofd weer naar voren draai kijk ik recht in het lachende gezicht van een meneer.
Sneeuwballen
‘Lekker hè, die sneeuw?’ roep ik. ‘Ja, eindelijk!’ roept hij lachend terug. Ik mag dan 50 geweest zijn, ik ben vandaag weer even acht jaar oud. Even verderop lopen jochies van die leeftijd sneeuwballen te gooien. Ik wil zo graag meedoen, maar ik durf het niet te vragen. Ze zien me aankomen, zo’n oud mens…
Spelen in de sneeuw
Of is dit alleen mijn gedachte? Waarom is er een leeftijd verbonden aan het spelen in de sneeuw? Ik wil op een slee van een heuveltje afglijden, een sneeuwpop maken, me laten vallen en met m’n armen en benen zwaaien tot er een ‘sneeuwengel’ verschijnt. Ik wil als een panda door al dat wit rollebollen en pas als het donker wordt bij de verwarming kruipen met een beker warme chocomel.
Laat het alsjeblieft nog even doorgaan
Ik laat de gordijnen open vanavond. Af en toe komt er nog een dwarreldeken van witte sneeuwvlokken naar beneden. Ik kijk op weeronline, buienradar en iedereen die me maar wil zeggen dat dit nog lang niet ophoudt. En ik denk stiekem en met iets van heimwee terug aan 20 jaar geleden.
Winter
Zo’n twintig jaar geleden woonde ik nog in een wintersportparadijs, midden in de Rocky Mountains. Het was er zeven maanden van het jaar winter. In okober begon het zachtjes te sneeuwen en eind april zag ik pas weer andere kleuren dan wit. Overal was het wit. Verblindend wit. Metershoog wit, kilometers lang, overal. Het leek alsof, en ik hoopte dat, het nooit meer op zou houden.
Code geel
Nu kijk ik die paar sneeuwvlokken uit de lucht. Code geel. Ik lach hardop. Kilometers file. Arme mensen die uren in die auto’s zitten. Alle verkeer is ontregeld. Mensen schuifelen langs als eskimo’s, diep weggedoken in dikke dassen en mutsen. Het vriest 1 graad. Ik kan me niet herinneren dat er ooit code geel is afgegeven in Colorado vanwege sneeuw, of omdat het er 40 graden vroor.
Toerisme
Maar alles is relatief. Daar was het feest zodra de eerste sneeuwvlokken zich aankondigde. In januari vroor het geregeld meer dan 30 graden, waarbij je je zoveel mogelijk moest bedekken en de blote plekjes moest insmeren met vaseline. En je mocht niet te lang buiten lopen, maar je moest ‘schuilen’ en opwarmen bij iedere gelegenheid. Iedereen was hier op ingesteld. Kwam er een ‘vreemde’ of bekende voorbij dan werd hij/zij letterlijk naar binnen getrokken om even op te warmen voordat ze hem/haar weer lieten gaan. Het hoorde erbij, het was gezellig en hoe kouder hoe beter. Wilde het dan niet spontaan sneeuwen dan konden de kanonnen sneeuw maken. Het bracht skieërs en toerisme en dus geld.
Veiligheid
We zijn het hier niet gewend en hebben er geen ervaring mee. Dus wees alsjeblieft voorzichtig op de weg. Liever een uur later arriveren dan nooit. Maar als je de kans krijgt in je pauze, voor of na het werk, geniet! Geniet met alles wat je hebt. Steek die tong naar buiten en proef. Adem de koude lucht in zo diep als je kan. Ruik de winter en kijk. Kijk naar die strakke luchten, de schitterende zonsopgangen en -ondergangen. Omarm de winter- hij is er maar zo heel even.
Dit artikel is van Ellen Sommer
http://Sophiamagazine.nl
Leave A Reply