Fietsexamen
Fietsexamen
Op weg naar mijn vriendin zie ik ze al langs de weg staan en zitten: de dames en heren van het fietsexamen. Allereerst hoop ik niemand te kwetsen met deze benaming. Sorry, maar ik vind dat onzijdige een beetje ver gaan. Je mag het uiteraard helemaal oneens zijn met mij, maar ik blijf toch graag iedereen of als dame of als heer zien. Maar dat is een onderwerp voor een andere keer.
Koud
Het is koud en er staat veel wind. Buiten de mensen die het examen afnemen zie ik niemand. Ze zitten en staan een beetje wortel te schieten, er lijkt geen kind langs te komen fietsen. Maar wacht: Daar heel in de verte zie ik een fiets met een meisje ver over haar stuur gebogen. Haar buik en rugnummer zijn bijna te groot voor haar jas. Lijkt het nu zo of worden de kinderen steeds kleiner?
Best
Ze doet haar uiterste best, steekt zo ver ze kan haar arm uit als ze de hoek omgaat. Die redt het wel. Helaas is het vaak na het examen direct weer vergeten. Niets ten nadele van dit meiske, maar ik zie ze hier voorbij rijden van die leeftijd zonder omkijken, zonder richting aangeven en hup, zo de weg overstekend op hun fiets. Gelukkig gaat het vrijwel altijd goed. Maar er zijn tijden dat ik heel blij ben dat het niet mijn kind is dat daar fietst.
Kruispunt
Ik kom bij een heel akelig kruispunt. Er is geen overzicht en het wordt hoog tijd dat ze daar iets aan gaan doen. Ik voel voor de twee jochies die me tegemoet komen. Maar ze stappen keurig af en kijken wel tien keer om zich heen of het veilig genoeg is verder te fietsen op het fietspad, dat alleen op dat stukje ophoudt en een paar meter verder weer verdergaat. Ongelooflijk wie dat verzint, maar de jongens doen het uitstekend. Heel voorzichtig en met nog een paar keer kijken wagen ze het erop. Ik zie de mevrouw aan de kant iets opschrijven, ongetwijfeld een goede aantekening.
Afstappen
Ik rijd altijd door maar ben ook geneigd op dat punt af te stappen. Het zicht is nihil en als fietser heb je even twee meter geen voorrang. Maar goed, ik fiets verder. Tot mijn verbazing blijven de kids komen. Hoever moeten die jongelui wel fietsen? Bij de volgende examinator waag ik het te vragen. ‘Ja mevrouw,’ zegt hij tegen mij, ‘dat klopt. Ze gaan van het ene dorp naar het andere en keren dan om.’ Ik herinner me dat wij een rondje om de school fietsten en dan dolgelukkig ons eerste diploma op zak hadden. Hoewel de zwemdiploma’s eerder kwamen geloof ik.
Andere tijden
Dan merk je al hoe snel alles anders wordt. Ik fietste in de jaren ’60, toen er nauwelijks nog auto’s op de weg waren. Is dat pas zo kort geleden, of is dat al zo lang geleden? Het is net hoe je het bekijkt. De man die ik sprak vertelde mij in ieder geval dat ze nu inderdaad zo’n kleine 10 kilometer moeten fietsen, verschillende dorpen door. Met alle gevaren van dien, stoplichten, een gevaarlijke kruising en drukke verkeerswegen. Ik snap het. En ik hoop en wens alle kinderen een mooi fietsdiploma.