Esther 7. De kaars
Het nachtkastje trilt. ‘Aardbeving?’ is het eerste wat ik denk, hangend tussen slapen en wakker zijn. Ook heel logisch, hebben we nogal last vast, van aardbevingen. Wel in Groningen, is de volgende gedachte die door mijn hoofd zwabbert. En net voordat mijn narrige onderbewustzijn wil gaan vertellen hoeveel kilometer ik van Groningen vandaan woon, word ik echt wakker. Shit, het is mijn telefoon, die staat op trillen, vergeten na de vergadering gisteravond het belletje weer in te schakelen. Twee uur ’s nachts laat mijn wekker fijntjes zien, dat kunnen er maar twee zijn: Fee of Joost. Ik kijk opzij, Daan slaapt nog. Blind neem ik op.
‘Hallo Fee,’ zeg ik, zonder te kijken wie het is. Hoeft ook niet, want bij beiden is ‘Hallo Fee’ de juiste begroeting.
‘Hee Es,’ klinkt aan de andere kant de stem van Fee. Ik hoor het meteen. Foute boel. Fee heeft haar het-gaat-niet-goed-maar-dat-laat-ik-niet-horen-stem opstaan.