Knuffels
Knuffels
Wie heeft ze niet gehad als kind; Knuffels? En ik hoorde laatst dat er ook nog heel veel volwassenen met een knuffel slapen. En waarom niet? Er is niets vreemds of geks aan als je ‘s nachts een zacht kussentje in je armen wil houden. Mijn ouders vertelden mij dat ik als baby niemand toeliet in mijn wieg of bedje. Maar wel moest ik altijd een stuk laken of deken in mijn knuistje houden wilde ik gaan slapen.
Lotje
Laatst hadden mijn zus en ik het nog over Lotje. De naam was afgeleid van ‘Duimelotje’, een pop die haar duim in haar mond kon stoppen. Lotje moest overal mee naartoe en m’n zusje kon niet slapen zonder Lotje. Tot Lotje een keer zo vies was geworden dat mijn moeder haar in de wasmachine had gestopt. Het was Lotje niet meer en de liefde was over. Ze rook en voelde niet meer zoals het poppetje wat altijd zo’n troost en steun was geweest.
Steun
Ik heb niet zoveel verstand van de psyche van kinderen. Maar ik vind het best wel vreemd dat vrijwel alle kinderen een knuffel nodig hebben. Mijn zus en ik groeiden op in een heel veilig nest. We zouden eigenlijk geen steun of troost bij een knuffel hoeven zoeken. Toch was dat zo en werd dat heel normaal gevonden. Ik kreeg als peuter van mijn opa een harlekijn, kortweg ‘hal’ genoemd. Hal mocht dan niet met mij slapen maar voor de rest van de dag en avond waren wij twee onafscheidelijk. Hal was bijna net zo groot als ik en had een grote rode puntmuts op. De muts had in het midden een permanente deuk omdat ik hem daar altijd vast hield. Zijn voetjes waren helemaal afgesleten want ik sleepte Hal aan zijn muts overal mee naartoe toe waardoor z’n voeten over de grond sleepten.
Doei en Hallo
Wat er ooit met Hal is gebeurd is een raadsel. Hij zal wel een keer in de prullenbak zijn geëindigd. Ik heb er geen trauma van overgehouden, dus ik was Hal ontgroeid neem ik aan. Voor Hal in de plaats kwam Kwak Sommer. Het moet in een tijd geweest zijn dat we er achter kwamen dat mensen naast hun voornamen ook nog een achternaam bezaten. Onze achternaam was Sommer, dus toen er een enorm grote opblaas eend bij ons kwam wonen was het vrij logisch dat de eend ‘Kwak Sommer’ ging heten.
Opblazen
Kwak Sommer was een soort Donald Duck van plastic die vanaf de dag dat hij bij ons woonde ook overal mee naar toe moest. Arme pa die de taak kreeg Kwak Sommer te dragen en te zorgen dat hij met ons naar bos, zee en familie bezoekjes ging. Kwak Sommer was twee keer zo groot als ik, dus dat was geen gemakkelijke taak. En zo sjouwen ouders wat af en aan met de knuffels van hun kroost. Makkelijker was de pony die bij ons in de hoek van de woonkamer stond. Die was onzichtbaar en sjokte zelf achter ons aan. Zodra wij ‘pony’ riepen kwam hij er aan gehold. Niemand kon hem zien maar voor ons als kinderen bestond hij en was hij net zo echt als een echt paardje.
Herinneringen
Het zijn leuke herinneringen. Heb jij (nog) een knuffel van vroeger bewaard? Of leven jouw knuffels ook alleen in je herinneringen? Ik ben gek op de strips van Bill Watterson over Calvin en Hobbes, waar een 6-jarig jochie,Calvin, allemaal avonturen beleeft met zijn speelgoedtijger Hobbes. Zodra er mensen in de buurt zijn tekent Bill de tijger als speelgoedknuffel. Zodra Calvin en Hobbes alleen zijn in de strip verandert Hobbes in een echte tijger. Meesterlijk hoe de schrijver/tekenaar de fantasiewereld van een klein jochie zo duidelijk weet weer te geven.