Pelgrimstocht naar Santiago, deel 2
De sporthal waarin de deelnemers aan de pelgrimstocht sliepen (zie deel 1: Een pelgrimstocht ondernemen?) kwam op mij over als een geweldig grote mierenhoop die ‘s ochtends voor het krieken van de dag zijn werkmieren eruit zou schoppen. Zij zouden gaan krioelen door het onherbergzame landschap tot de volgende mierenhoop zich ergens in dit verdomd uitgestrekte land aandiende. Een land waar overdag de zon je huid verbrandt en ´s nachts je tenen, vingers en neus bevriezen. Waar in plaats van gezellige tavernes en cafés, eenzame fonteinen als vijfsterrenhotels worden begroet en omarmd. Waar enkele perziken als avondmaal worden verorberd als ware het gebraden duifjes en malse kippenbouten, recht van het spit.