Slapen
Slapen
Lekker warm onder mijn dekbed krul ik me nog eens helemaal op als een foetus. Ik geniet van de zachte lakens en mijn fris ruikend kussen. Ik heb vanmorgen mijn beddengoed vervangen en kan er echt van genieten als alles weer lekker ruikt. Ik ben loom. Vandaag heb ik veel gedaan en ik heb zin om te gaan slapen.
Stil slapen
Het is stil in de buurt. Ik woon midden in het centrum van de stad, maar mijn slaapkamer bevindt zich aan de achterkant. Ik kijk vandaar uit op de achtertuinen van mijn achterburen. In de zomer hoor ik af en toe een hond blaffen en al heel vroeg de vogels zingen. Nu is het stil. Het vriest en er loopt niemand buiten. Ideaal om vannacht lekker te slapen.
Vrede
Ergens in de verte hoor ik dat iemand nog een vergeten rotje afsteekt. Het geeft een doffe ‘boem’. Ik kruip wat dieper onder mijn dekbed. Wat ben ik bevoorrecht dat ik weet dat dit geluid een rotje betreft. Dat ik niet bang hoeft te zijn voor een raket of een bom die in de buurt neerkomt. Voor ik het weet rollen de tranen over mijn gezicht.
Loterij
Het lijkt wel een soort loterij. De een wordt in een land geboren waar het vrede is, de ander woont in een gebied waar het altijd (of heel veel) oorlog is. Hoe komt dat toch? Zijn die mensen uit die landen anders dan wij zijn? Welnee, ze willen ook geen bom op hun huis. Wij zijn niets beter en zij niets slechter dan wij. Zij hebben de pure ‘pech’ dat de machtshebbers van hun land het niet eens zijn met hun buurland of met een bepaalde manier van leven en daarom maar (uit frustratie?) oorlog voeren.
Eens
We hoeven het heus niet allemaal met elkaar eens te zijn, maar om nou gelijk maar mensen dood te maken omdat je denkt dat je daardoor iets wint is onbegrijpelijk voor mij. Ik kan er niet van slapen, ik word rusteloos en ga mijn bed uit. Ik maak wat kamille thee en maak mezelf wijs dat ik er op dit moment helemaal niets aan kan doen. Ik probeer weer warm te worden in bed. En te gaan slapen.
Schuld
Gevoelens van schuld dreigen te gaan overheersen. Ik weet het, ik hoef me niet schuldig te voelen. Maar het is allemaal zo vreselijk oneerlijk. Ik weet ook dat ik niemand ermee help als ik nu niet kan slapen. Was ik voorheen zo tevreden en voelde ik me zo vredig en kalm, lijkt dit nu grotendeels weg te zijn. Ik draai me om en schuif het gordijn iets open. Ik kijk naar de lucht en zie sterren flonkeren. Een paar duizend kilometer verderop zien ze dezelfde sterren. Maar daar liggen ze bang in bed. Als er maar niets gebeurd vannacht.
Slapen
Ik hoop en bid dat alle mensen vannacht in vrede kunnen slapen, maar ik weet dat dit niet het geval zal zijn. Ik val in een onrustige slaap en droom dat we elkaar vanuit alle windstreken in de wereld allemaal ontmoeten. Er wordt gelachen en feest gevierd. We zijn blij en dankbaar elkaar te leren kennen en te weten dat alle oorlog voorgoed de wereld uit is. Het is maar een droom, maar ooit, ooit zal het waarheid worden.