Ik zie Ceels lippen wit gespannen tegen elkaar aan drukken, haar ogen gefixeerd op de achterkant voor de vrachtauto voor ons: Vers fruit, we brengen het elke dag.
Mijn knie bibbert.
Ik zie Joost en mij door het bos lopen. Een gewone wandeling, dat hebben we een paar keer gedaan met een gestolen kus op stille momenten. Heeft Ceel dat..? Dan komt, ik probeer het weg te drukken maar dat lukt niet, ons avontuurtje in het bos met het hardloopshirt. Laat het niet toen zijn geweest! Ik ben geen gelover, maar als er een God is, dan wil ik me nu meteen bekeren en als offer nooit meer iets zoets eten, als ze dat maar niet heeft gezien.
Normaal maakt mijn auto bakken met herrie, vandaag niet. Het is doodstil, de spanning in deze auto lijkt al het geluid naar buiten te drukken. Ik durf haar niet aan te kijken, welke blik past hier bij, wat te doen? Ik ben van de scenario’s, altijd al geweest. Als er iets spannends staat te gebeuren, dan heb ik in een oogwenk wel vier of vijf scenario’s paraat. Van jubeluitkomsten tot drama-aflopen. Dat is mijn manier om de grillige werkelijkheid vast te pakken, mijn houdgreep op het onverwachte. Maar nu? Nu? Er is er maar één, kristalhelder en onvermijdelijk. De waarheid. Ja Ceel, je hebt gelijk. Ik heb een vriend (ik zeg niet ‘minnaar’ tegen haar, dat lijkt me nog pijnlijker). En lieve schat, het is niet omdat ik niet van papa hou. Maar als je zo lang samen bent dan… Nou ja misschien is het ook gewoon omdat ik vind dat ik soms voor mezelf mag kiezen. Dat klinkt misschien wat egoïstisch, dat is dan maar zo. Het doet ook helemaal geen kwaad dacht ik, het gaat ons puur om het plezier, alleen moeten jullie daar niet mee belast worden. Ceel, het spijt me zo.
Dat is het verhaal. Ik ga een beetje meer rechtop zitten, druk met één hand op mijn trillende knie en begin te praten.
‘Wat bedoel je nu precies schat?’ Mijn stem klinkt opvallend ontspannen, sinds Joost is liegen niet zo’n opgave meer.
Het nukkige ‘niks’ had ik verwacht. Ik laat de stilte daarna even zijn werk doen.
‘Eva zag je lopen. In het bos bij de Schalweg. Met een man.’ Een korte pauze en dan, ‘Hand in hand.’ Bij dat laatste zie ik de weerzin in haar ogen.
Het ratelt in mijn hoofd. Eva, dus niet Ceel zelf. Hand in hand, dat is niet kussen.
De woorden rollen uit mijn mond. Volledig natuurlijk, het lijkt alsof ik ze niet zelf bedenk. Niet alleen Ceel maar ook ik, luisteren naar het verhaal dat hier klinkt.
‘Lieve schat, ik dacht al, ik door het bos lopen met vreemde mannen? Kon me er al niets bij voorstellen, of het zou een wel heel bijzondere vorm van slaapwandelen moeten zijn.’ Niet overdrijven Esther, flikkert even als boodschap door mijn hoofd. Dan vertelt het verhaal zich verder. ‘Maar ik snap nu wat je bedoelt. Weet je met wie ik daar liep? Met Ron. Ken je die, Ron van mijn werk. Het is weer eens uit met zijn vriend. Echt, dat is hét voorbeeld van een knipperlichtrelatie. Hij zat er helemaal doorheen dus we hebben een wandelingetje gemaakt.’
Ik zie hoe Ceel het verhaal aanhoort. Haar gezicht vertelt even niets. Ik zie één enkel plaatje uit zo’n boekje waarbij, als je de beelden heel snel doorbladert, een bewegend beeld ontstaat. Welke kant gaat de beweging op, wordt het een vrolijk filmpje of horror? Zie ik een klein, beetje ontspannen, glimlachje of wordt mijn waarneming beïnvloed door mijn razend kloppende hart en de trillende spiertjes bij mijn ogen? Help, mijn schat, help. Ik lieg voor jou de waarheid, met alle liefde die ik in me heb.
Verdomd, inderdaad, het is echt een klein glimlachje. Mijn knie heeft het ook begrepen, mijn hand kan er af. Die mag nu naar de schouder van Ceel.
Oeps, dat gaat nog een beetje te snel, narrig schud ze me weg.
‘Ron? Van je werk?’ Ze heeft haar glimlachje geneutraliseerd. Ze weegt of dit doenlijk is. Kan ze hiermeer verder. Is dit een waarheid die verteerd kan worden, onnadenkend verteerd.
‘Ron, ja.’ Meer heb ik even niet.
‘Goh, Ron. Tja, als het zo ligt.’ Ze kijkt in haar linkerspiegel, dan over de schouder, geeft gas en brullend – opeens is al het geluid weer terug – haalt ze onze fruitrijder in. Dit gesprek is afgelopen, dit thema definitief besproken. De rest van de dag acteren we de vrolijke moeder en dochter, het spel voelt steeds natuurlijker maar helemaal ontspannen wordt het niet meer.
‘IK STOP MET JOOST!’, dat is de enige zin die de rest van de dag in me opkomt. Dit kan niet, dit mag niet. Ik kan Ceel niet in de positie brengen dat ze iets weet wat ze niet zou moeten weten, zwijgt waarover ze niet moet zwijgen, huilt om de egoïstische keuzes van haar moeder. Ik zit volledig in de dramatische modus en heb noch behoefte noch aanleiding om daar uit te komen.
Na het avondeten gaat Ceel naar vrienden, Maartje aan het huiswerk en Daan achter zijn pc. Mijn appje aan Joost is kort. Moet je nu zien. Heb meteen spijt van de te korte tekst als ik bijna onmiddellijk Leuk, ben in het appartement terug krijg. Handig, Esther, handige introductie, dat gaat zeker helpen nu staat hij je verheugd op te wachten.
Het hele verhaal. Ik vertel het hele verhaal, precies zoals ik het heb bedacht en bedoeld. Hij luistert, stelt de goede vragen, knikt en streelt over mijn haren. Schenkt op het juiste moment een glaasje water in, er is veel om weg te spoelen. Hij weet precies wat ik bedoel, heeft zelf ook kinderen en een vrouw. Joost doet altijd alles in grote porties: stout zijn, bot zijn, maar ook lief en begrijpend zijn. Steeds meer voel ik me op mijn gemak, zelfs met dit verhaal waarin ik mijn hart uitwring.
Was het nou ons toeval dat zijn hand van mijn haren over de rest van, het was in ieder geval geen toeval dat ik zijn hand nam en leidde naar, die handen vonden elkaar blindelings, onze ogen waren met elkaar bezig. Alles vond elkaar blindelings. Het gesproken deel was klaar. Dat was net zo echt als het deel daarna. Maar wat een ongelijke strijd. Toen ik twee uur later bij Joost wegging was mijn verhaal verteld, mijn twijfel gehoord, en Joost nog steeds in mijn leven.
Esther verschijnt elke vrijdag. Meer Esther lezen?
(Taalfoutje gezien? Meld het dan. Alvast bedankt!)
Volg Sophia Magazine op Bloglovin of ontvang voortaan een melding in je mailbox als er een artikel verschijnt. Hoe? Door een – gratis – abonnement op Sophia Magazine te nemen: laat rechts bovenaan deze pagina je e-mailadres achter!
Leave A Reply