Eerzucht
Eerzucht
In de zomerperiode ga ik af en toe op de fiets naar mijn werk in plaats van met de trein.
Sportief ritje
Met Jim, een sportieve collega die ook in Zwolle woont, spreek ik om 7.00 uur af om vervolgens schouder aan schouder in een stevig tempo de 33 kilometer naar Dronten af te leggen. Op pure eerzucht en al babbelend doen we ongeveer een uur en 15 minuten over dit ritje. Voor recreanten en zeker voor ambtenaren is dat een serieus tempo op de vroege ochtend.
Sexy scooters
Meestal halen we iedereen in die voor ons fietst. Zelfs mensen op een elektrische fiets zijn een makkelijke prooi voor ons. Eigenlijk worden we alleen ingehaald door te dikke mensen op een scooter. Ze halen je in zonder opzij te kijken en als ze het stuur naar rechts draaien, heb je als fietser even het voordeel van de slipstream van de scooter. Enkele seconden kijk je dan naar de brede rug en het achterwerk van de man of vrouw op de scooter. Een achterwerk dat aan twee kanten een stukje over het brede zadel zakt.
Fit boy
Jim is dertig jaar jonger dan ik. Hij is zo’n typische fit boy, met een rank maar gespierd lichaam. Hij eet gezond en doet veel aan sport. Hij fietst heel Europa door, loopt regelmatig een halve marathon en doet daarnaast thuis dagelijks zijn fitness oefeningen om zijn core en bovenlichaam in shape te houden. Maar het mooie aan Jim is dat hij ook niet te beroerd is om af en toe los te gaan in de kroeg. “Dan moet ik alleen de volgende dag van mezelf een stukje langer en sneller lopen”, zegt hij. Daarmee wordt voor zijn gevoel het teveel aan bier gecompenseerd.
Kop over kop
Vanmorgen werden we een paar kilometer voor Kampen ingehaald door een man op een racefiets. De man reed een iets zwaarder verzet dan wij. Hij lag plat op het stuur en reed in een schonkige steil van ons weg. Jim en ik keken elkaar kort aan en wisten toen wat ons te doen stond, want dit laten we ons niet gebeuren. Even een stukje “kop over kop” op het grote blad. Vlak voordat we de nietsvermoedende fietser inhaalden nam Jim de kop van mij over. Hij zette nog meer aan. Ik moest flink trappen om zijn wiel te houden. ‘Doe normaal man,’ riep ik hem toe. ‘Dat moet even om te voorkomen dat hij bij ons aanpikt,’ schreeuwde Jim met zijn kop vol in de wind.
Veilige achterstand
Als je iemand inhaalt die jou vervolgens weer inhaalt, krijg je een mentale tik. Dat overkomt hem nou. ‘Daarom moeten we nu vol gas geven.’ Hij hield het hoge tempo een paar kilometer vast en ik liet me uit de wind in zijn slipstream meezuigen. Toen we de fietser achter ons op een veilige achterstand hadden gezet, nam ik de kop van hem over. Jim gunde zich maar enkele honderden meters om op adem te komen om vervolgens mij weer af te lossen.
Verdwenen
Op de brug in Kampen konden we schuin naar beneden kijken en zagen we dat de man op de fiets helemaal uit het zicht verdwenen was. Jim ging weer naast mij fietsen. Ik keek hem aan maar Jim keek tevreden recht voor zich uit met een blik van ‘zo dat klusje heb ik weer geklaard’. Toen draaide hij zijn hoofd naar mij en vroeg: ‘waar hadden we het ook al weer over?’
Competitie en eerzucht
Ik moest lachen in mezelf. Prachtig die eerzucht en dat competitieve van Jim. Veel mensen snappen dat niet en vinden het gedrag van hem storend en irritant. Ik vind het geweldig en herken mezelf in hem. Ik vind het jammer dat ik fysiek, door mijn leeftijd, niet meer kan wat Jim kan. Bij mij heeft dat wel even geduurd voordat ik dat kon accepteren.
Net als vroeger
Maar toen ik vanmorgen in zijn wiel met een bloedgang langs die man op zijn racefiets suisde, voelde ik mij weer even die sterke kerel van vroeger. Die kerel die elke fysieke uitdaging aan ging, die het liefst overal een wedstrijdje van maakte en die niet tegen zijn verlies kon. Zelfs van mijn eigen kinderen, toen ze nog klein waren, wilde ik winnen bij een onschuldig spelletje memory.
Moments of fame
Het geeft wel rust dat ik dat ik die ziekelijke bewijsdrang op sportief gebied nu niet meer heb, maar ik kan nog steeds genieten van die spaarzaam wordende ‘moments of fame’. Het kortstondige gevoel van overwinning, hoe nietszeggend de prestatie ook was, blijft heerlijk. Al word ik 100 jaar.
Rollator-wedstrijd
Als ik ooit in een verzorgingshuis terecht kom, ben ik in staat om op de gang met mijn buurman een wedstrijdje te doen wie er met de rollator het eerst bij de eetzaal is. En als de race dan gelijk op zou gaan zou ik mijn buurman nog een klein schouderduwtje geven ook om hem uit balans te brengen.
Dit artikel is van Martin Veldwijk