Pelgrimstocht naar Santiago, deel 3
Eén van de mooiste uitvindingen van God is de zonsopgang. Na de eerste twee ellendige ochtendstonden in de refugio´s hadden we het begrepen. We hadden geleerd ons als mieren te gedragen. Het onophoudelijk gefluister, geritsel, gehoest en gekuch en het bijbehoren toiletevenement had ons uitslaapfestijn dusdanig in de war gestuurd, dat we ons noodgedwongen bij de friemelende werkmieren hadden aangesloten. Dankzij dit aanpassingsvermogen ontdekten we het verrukkelijke uur van de zonsopgang. In de valleien die ‘s nachts door een zilverkleurige deken worden toegedekt, pinkte hier en daar nog een lichtje van een eenzame boerderij of schaapstal. Stillekensaan doofden de lichtjes en toverde de opkomende zon een feest van duizenden fonkelingen op die deken van zilverstof. Het was adembenemend mooi. Zelfs de meest luidruchtige pelgrim dempte zijn stem en zijn stap totdat de eerste vogels luid kwetterend de stilte doorbraken en aan hun dagelijkse insectenjacht begonnen.