Een anonieme tip – Jos Meeuwsen
Een anonieme tip – Jos Meeuwsen
Door Hanneke van de Water
Onlangs verscheen ‘Een anonieme tip’ van Jos Meeuwsen. Een spannende thriller over een journaliste die, via een opdracht voor een magazine waar zij met regelmaat voor schrijft, in een levensbedreigende situatie terechtkomt. Na de drukbezochte lancering van haar debuutthriller bij Het Colofon in Arnhem, sprak ik met haar.
Jos, ‘Een anonieme tip’ is jouw eerste fictieboek, maar jij schreef eerder ‘Euthanasie of Moord? Als je per se de laatste wens van je naaste wilt inwilligen’, het waargebeurde, schrijnende verhaal over je schoonouders. Wat heeft jou doen besluiten over te stappen op het fictiegenre en specifiek een thriller?
Waargebeurde verhalen schrijven is eigenlijk mijn vak. Van origine ben ik journalist en dan doe je eigenlijk niks anders. Voor mij was het schrijven van fictie, een uitdaging. Ik wilde in eerste instantie een roman proberen, maar toen ik mijn eerste hoofdstuk aan een coach liet lezen, zei ze ‘er moet meer spanning in, zodat de lezer meer wil weten’. Dit is het resultaat.
Zitten er autobiografische elementen verwerkt in jouw boeken?
“Ik heb er wel een paar elementen in verwerkt, zoals bijvoorbeeld de hoofdpersoon Anna. Zij is journalist en dat ben ik van origine ook. Ik heb alleen nooit zo succesvol als freelancer gewerkt. De omgeving waar ik woon is voor mij een grote inspiratiebron geweest en daaruit is wel wat autobiografisch. Ik ben opgegroeid in een dorp aan rivier de Rijn. De polders, de dijken en de rivier komen terug in mijn boek.”
Met welk van de personages in ‘Een anonieme tip’ associeer jij je het meest?
“Dat is zonder twijfel hoofdpersonage Anna van Breda. Zoals ik al zei hebben Anna en ik ons vakgebied gemeen. Verder heb ik Anna een onderkoelde manier van zaken benaderen toegekend die ik graag zou bezitten. Eigenlijk reageert Anna op allerlei situaties zoals ik zelf zou willen reageren, maar dat durf ik niet altijd.” Lachend:
“Alhoewel ik natuurlijk niet hoop in soortgelijke situaties terecht te komen als Anna in mijn boek.”
Heb je voor jouw boek veel research moeten doen?
“Nee, dat valt wel mee. Ik heb natuurlijk wel bepaalde zaken gecheckt wanneer ik ze bedacht. Zoals toxicologie als het gaat om iemand uitschakelen. Verder zeg ik er niets over, want dan moet je het boek maar lezen… Veel is kennis gecombineerd met fantasie. Doorborduren op zaken die ik weet, vind ik een fijne manier om iets uit te diepen.”
Had je van tevoren een vastomlijnd idee voor het verloop van je verhaal of ontstond dat tijdens het schrijven?
“Ha, leuk dat je dat vraagt. Het hele verhaal is namelijk al schrijvend tot stand gekomen. Als ik iets had bedacht en dat vervolgens opschreef, ontsproot zich vanzelf een vervolg. Dat gaf me heel veel plezier in het schrijven. Soms wist ik zelf niet waar het naar toeging en kreeg het verhaal mooie wendingen.”
Toets je jouw ideeën voordat je gaat schrijven? Of vraag je feedback voordat je jouw manuscript naar je uitgever stuurt?
“Ik ben al een tijdje bezig met schrijven. Na het waargebeurde verhaal over de dood van mijn schoonmoeder heb ik dus een schrijfcoach in de arm genomen, omdat ik fictie wilde gaan schrijven.
Daar heb ik veel aan gehad, vooral aan de opmerking dat er spanning in het verhaal moest komen. Volgens mij is dat gelukt. Ik hoor nu van lezers terug dat ze het een spannend boek vinden dat ze moeilijk weg kunnen leggen. En dat was mijn bedoeling.”
Wil je iets vertellen over jouw thuissituatie?
“Jazeker. Ik woon in Arnhem met mijn partner Annoesjka, fox terriër Bobbie en onze kat Boeddha (muisgrijs en langharig). Beide dieren zijn bijna 15 jaar. We wonen inmiddels alweer 25 jaar in een deel van een herenhuis aan de rand van het Spijkerkwartier, officieel heet het Statenkwartier, maar het Spijkerkwartier is bekender. Het is één van de mooiste wijken van Arnhem met een grote verscheidenheid aan bewoners.”
Waar en wanneer schrijf je het liefst?
“Eigenlijk reageert Anna op allerlei situaties zoals ik zelf zou willen reageren, maar dat durf ik niet altijd. Ik schrijf aan mijn oude bureau in het souterrain en bij voorkeur in de ochtend, maar het kan zomaar gebeuren dat ik met Bobbie gewandeld heb en een ingenieus idee krijg. Dan start ik de laptop op. Ik zit niet gebonden aan vaste tijden. Alleen ’s avonds is voor mij geen ideale tijd om te schrijven, dan heb ik de computer al genoeg gezien.”
In welke setting krijg je de meeste/beste ideeën voor je boeken?
“Ik wandel veel met of zonder hond en dan gaan mijn gedachten alle kanten op. Soms om een probleem op het werk op te lossen – ik werk in de communicatie bij de veiligheidsregio -, maar ook om een verhaal te schrijven of een hoofdstuk verder af te ronden. Heerlijk vind ik het om na een wandeling thuis te komen en een fris idee op papier te kunnen zetten.”
Wat vind je in het schrijfproces de grootste uitdaging?
“Het puzzelen. Daarmee bedoel ik de scenes passend maken. Als je in een boek op pagina 100 bent, moet het wel kloppen met wat er bijvoorbeeld op pagina 20 is gebeurd. Snap je? Dát puzzelen. In dit boek heb ik op het laatst nog een extra dimensie ingebouwd en dan moet je terug om die lijn mee te nemen. Leuk om te doen, maar ook pittig, een uitdaging.”
Welke genres lees je zelf graag?
“Ik lees graag thrillers, maar ook een mooie roman of een sterk waargebeurd verhaal. Meestal lees ik recensies of ik hoor van vrienden of collega’s dat ze een mooi boek lezen. Dan koop ik dat.”
Is er een volgend boek in wording?
“Ja. Haha, ik besef dat dat wel een heel kort antwoord is, maar ik ben de grove lijn in mijn hoofd aan het uitwerken en de eerste zin staat al op papier.”
Is er iets wat je nog graag zou willen vertellen, wat ik niet heb gevraagd?
“Ik vond de lancering van ‘Een anonieme tip’ geweldig geslaagd. Ruim zestig belangstellenden die speciaal voor mij en mijn boek naar Het Colofon waren gekomen. Dat is toch prachtig?! Ik vond het erg leuk om te doen en ben trots op mijn boek. Ook de vormgeving vind ik geweldig mooi geworden. Tja, en daarna is het natuurlijk afwachten wat de lezers ervan vinden. Dat is spannend. Maar zoals ik Adriaan van Dis laatst hoorde zeggen: ‘Het boek is af en is nu niet meer van mij, het is van de wereld.’ Zo is het en ik ben blij met de eerste recensies en opmerkingen die ik persoonlijk terugkrijg.”
Tja, en dat brengt mij natuurlijk meteen op toch nóg een vraag: één van die belangstellenden was Bob Roelofs, wethouder in Arnhem. Hij vond het een hele eer om het eerste exemplaar van jouw boek te mogen ontvangen. Tijdens jullie gesprek hadden jullie een enigszins verschillende kijk op de veiligheid in Arnhem en zouden daar nog eens over doorpraten, is dat al gebeurd?
“Nee, dat is nog niet gebeurd.” Lachend: “Ik wacht eerst maar eens zijn reactie af op het boek. Ik hoop dat hij het leest en reageert, maar in de politiek in Arnhem is het altijd druk onder meer om een oplossing te vinden voor het toenemend aantal dak- en thuislozen en verslaafden.”
Natuurlijk zou ik nog uren door kunnen praten met deze auteur, maar gezien de beperkte tijd en ruimte, moet ik het hierbij laten en dank ik Jos heel hartelijk voor de open wijze waarop ze mijn vragen heeft beantwoord.