Esther 9. Stoppen met Joost
Ik zie Ceels lippen wit gespannen tegen elkaar aan drukken, haar ogen gefixeerd op de achterkant voor de vrachtauto voor ons: Vers fruit, we brengen het elke dag.
Mijn knie bibbert.
Ik zie Joost en mij door het bos lopen. Een gewone wandeling, dat hebben we een paar keer gedaan met een gestolen kus op stille momenten. Heeft Ceel dat..? Dan komt, ik probeer het weg te drukken maar dat lukt niet, ons avontuurtje in het bos met het hardloopshirt. Laat het niet toen zijn geweest! Ik ben geen gelover, maar als er een God is, dan wil ik me nu meteen bekeren en als offer nooit meer iets zoets eten, als ze dat maar niet heeft gezien.